Woorden met ge~

Algemeen

Leerlingen leren woorden met ge~, zoals gebak, getal, gewicht en gereedschap te herkennen en juist te spellen.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is om woorden met ge~ op de juiste wijze te kunnen spellen. Bijvoorbeeld om een boodschappenlijstje te maken.

Introductie

Luister met de leerlingen naar de woorden. Bespreek welke klank je in ieder woord hoort. Vervolgens schrijven de leerlingen de woorden over en maken ze de stomme e geel. Bespreek waar de klemtoon ligt in deze woorden. Je controleert samen met de leerlingen of de juiste letters geel zijn gekleurd.

Instructie

Leg uit wat je hoort bij het in klankgroepen hakken van woorden zoals 'gebak'. Je hoort /gu/, maar je schrijft ge. Bespreek de stappen voor het spellen. Vervolgens doe je de stappen voor met het woord 'getal'. Op de lijntjes kun je het woord schrijven. Laat bij het woord 'gevaar' de leerling zelf het woord in stukken hakken en het woord opschrijven. Je kunt zelf eventueel meeschrijven in het schrijfvlak. Ten slotte doorlopen de leerlingen de stappen voor het woord 'gezin’.

Inoefening

Eerst geven de leerlingen aan welke klank in het woord zit. Vervolgens geven de leerlingen de juiste letters bij de klank aan. Daarna moeten de leerlingen de woorden afmaken en opschrijven.

Afsluiting

Je controleert of de leerlingen de spellingscategorie goed begrijpen en je vraagt naar de spellingsregel die bij deze woorden hoort. Je laat de leerlingen verwoorden welke stappen ze moeten nemen om de woorden op de juiste wijze te kunnen spellen. Ten slotte geef je de dictees.

Dictee van de categorie:
1. Maaike is gemeen. Schrijf op: gemeen
2. Haar gedrag is niet goed. Schrijf op: gedrag
3. Dat geeft haar moeder een slecht gevoel. Schrijf op: gevoel
4. Schrijf de zin op: Zo is het genoeg.

Gemengd dictee:
1. Schrijf de zin op: In de straat staat een nieuw gebouw.
2. Schrijf de zin op: Het is een school.
3. Schrijf de zin op: Naast de school is een hinkelbaan.
4. Schrijf de zin op: Het is een mooi geheel.

Aandachtspunten

De woorden met ge~ kunnen verkeerd worden gespeld. Het gevaar bestaat dat leerlingen 'gu' schrijven in plaats van 'ge'. Laat leerlingen die moeite hebben met deze woorden de regel zelf verwoorden. Geef aan dat 'ge' vaak vooraan in het woord staat. Goed hakken en plakken is belangrijk. Het visueel maken met een hak-en-plak-kaart of hak-en-plak-bewegingen kan daarbij helpen.Let erop dat je bij het hakken van woorden altijd de klank laat horen zoals het in het woord te horen is, dus met letterklanken (letter b = /bu/) en niet met alfabetklanken (letter b = /bee/).