8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Leerlingen leren eenvoudige woorden met ~au~ zoals pauw, saus, sauna en wenkbrauw te herkennen en juist te spellen.
Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is om woorden met ~au~ op de juiste wijze te kunnen spellen. Bijvoorbeeld als je op wilt schrijven wat je op de foto ziet.
Je leest het introductieverhaal voor en benadrukt de onderstreepte woorden. De praatplaat hoort bij het verhaal.
De klas van juf Marjolein
Dit is de klas van juf Marjolein. Zij is de juf van de kleuters. In de pauze mogen alle kleuters kiezen waar ze mee spelen. In het midden van het lokaal staat de zandbak. Max graaft met zijn blauwe auto gauw een kuil in het zand. Linda en Tadek spelen samen in de keuken. Ze hebben een gerecht voor de knuffels gekookt. Naast de fles saus en de pot augurken staat de pan met groenten. Tadek en Linda hebben eerst alle rauwe groenten gesneden, daarna hebben ze de saus gemaakt. Tadek doet een grote klodder saus op de groenten. Nu mogen de knuffels de maaltijd opeten. Met opgetrokken wenkbrauwen stopt Linda vrolijk de lepel tegen de mond van de knuffelbeer. "Bah, het gerecht smaakt flauw" snauwt de beer.
Sofie en Farah hebben samen geverfd. Bij de gootsteen spoelt Sofie de grauwe kwasten uit. Het water dat uit het kraantje komt is lauw, zo worden de kwasten goed schoon. Zie je de leeuw aan de muur? Die leeuw heeft Sofie gemaakt. Kijk! Ze heeft zelfs de klauwen van de leeuw geschilderd! Farah is nog aan het schilderen. Zij staat in de hoek en schildert een pauw. Zodra Farah klaar is met schilderen, gaat ze de vissen voeren. Dat luistert nauw, de vissen mogen namelijk niet teveel eten. Trrrring, de bel gaat. De pauze is voorbij.
Je legt de regel uit die bij deze categorie hoort. Hoor je /ou/? Dan schrijf je soms ~au~. Je legt uit dat dit weetwoorden zijn, deze woorden moet je dus onthouden. Er zijn geen regels voor. Vervolgens bekijk je opnieuw de praatplaat. Je bespreekt de woorden uit het verhaal. Daarna schrijven de leerlingen de woorden op die bij de afbeeldingen horen, je kunt zelf de woorden controleren door de afdekvlakken weg te halen.
Deze les bevat vijf activiteiten om de weetwoorden te oefenen. Je kunt ervoor kiezen om al deze oefeningen in één les te behandelen, maar de oefeningen zijn ook goed afzonderlijk te behandelen. Zo kun je de woorden op verschillende momenten oefenen.
Activiteiten:
- Trek lijnen van het woord naar de juiste afbeelding. Je verwijdert het afdekvlak en leest het woord. Trek een lijn van het woord naar de juiste afbeelding.
- Memory. De leerlingen zoeken de juiste afbeeldingen en woorden bij elkaar.
- Welk woord past in de zin? De leerlingen lezen de zinnen en schrijven het juiste woord bij de zin op. Je vraagt ook naar andere categorieën die bij het woord passen. Voorbeeld: het woord 'flauw' hoort ook bij de categorie 'fiets'.
- Welk woord hoort bij de foto? De leerlingen schrijven de woorden op in de puzzel. De antwoorden van de puzzel zijn: kauwen, blauw, paus, augurk en kauwgom.
- Kun je de rebus oplossen? De leerlingen lossen de rebus op. Het antwoord op de rebus is: de poes kruipt door de nauwe kier en mauwt.
Eerst geven de leerlingen aan welke letters bij de klank horen. Vervolgens geven de leerlingen de juiste categorie bij het woord aan. Daarna moeten de leerlingen het woord afmaken en opschrijven.
Je controleert of de leerlingen de spellingscategorie goed begrijpen. Ten slotte geef je de dictees. Op de laatste pagina van de les vind je de woordenlijst van dit doel.
Dictee van de categorie:
1. Auk eet de groente het liefst rauw. Schrijf op: rauw
2. Maar zonder zout smaakt het flauw. Schrijf op: flauw
3. Auk kauwt op de groente. Schrijf op: kauwt
4. Schrijf de zin op: Hij pakt gauw zijn mes en vork.
Gemengd dictee:
1. Auk eet vanavond rijst. Schrijf op: rijst
2. Er zit prei bij de rijst. Schrijf op: prei
3. Zijn kleine zusje spuugt de prei uit. Schrijf op: spuugt
4. Schrijf de zin op: Auk lacht om zijn zus.
- Het visueel maken door de wandkaart op te hangen helpt bij het plaatsen van de weetwoorden. Hang de wandkaart op in de klas en verwijs hiernaar wanneer je woorden ziet die horen bij deze categorie.
- Omdat je niet kunt horen hoe je het woord schrijft, is het belangrijk dat leerlingen veel in aanraking komen met de woorden en de woorden kunnen plaatsen bij de juiste categorie.
- Met name bij de weetwoorden is het zeer belangrijk dat leerlingen de betekenis van de woorden kennen. Heb hier aandacht voor tijdens de instructieles. Je controleert of leerlingen woorden zoals grauw en nauw kunnen uitleggen.
- Woorden met ~au~ kunnen verkeerd worden gespeld. Het gevaar bestaat dat de leerlingen ~ou~ schrijven in plaats van ~au~.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.