8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Leerlingen leren verschillende vraagwoorden herkennen in de zin.
Het herkennen van vraagwoorden helpt je om te bepalen waarnaar gevraagd wordt.
Vraag wat de leerlingen zien in de zinnen met verschillende vraagwoorden en vraag: wat zie je? Wat valt op?
Leg uit dat dit om vraagwoorden gaat en bespreek het doel van de les.
Leg uit wat een vraagwoord is, met de voorbeeldzin en meerdere mogelijke vraagwoorden. Vraag of ze zelf ook nog geschikte vraagwoorden weten voor die vraagzin. Leg ook uit dat een vraagwoord niet per se het eerste woord in de zin hoeft te zijn (zoals met wie).
Bespreek waarom het belangrijk is om vraagwoorden te kunnen herkennen.
Laat een fragment van een interview zien, bijvoorbeeld van het Jeugdjournaal (https://www.youtube.com/watch?v=ZlAswbHJ9dA, over Youtubers StukTV). Laat de leerlingen opschrijven welke vraagwoorden er voorbij komen. Bespreek dit achteraf.
Zinnen met vraagwoorden die gesteld zijn in dit interview:
• Hoe vaak doen jullie dat?
• Wanneer slapen jullie?
• Wat vinden jullie van fanaccounts?
• Hoe is het om StukTV te zijn?
• Als jullie vloggers worden genoemd, waarom zouden jullie dan boos worden?
• Welk huis van jullie drie is het rommeligst?
• Wie van de drie heeft een ochtendhumeur?
• Wie van de drie kan niet tegen z’n verlies?
• Wie van de drie is het aardigst tegen kinderen?
Vraag wat de leerlingen geleerd hebben vandaag en vraag waarom dit van belang is.
Laat de leerlingen vraagwoorden invullen, die passen bij de vraagzinnen en antwoorden. Je kunt ze ook zelf zo’n oefening laten bedenken voor elkaar op briefjes. Als ze de oefening bedacht hebben, zorg je dat de briefjes opnieuw verdeeld wordt zodat iedereen een oefening maakt die door een andere leerling bedacht is.
Laat de leerlingen vragen stellen met de juiste vraagwoorden erin. Geef elke leerling een kaartje met een vraagwoord erop. Laat leerlingen omstebeurt vragen stellen aan elkaar (en aan jou) en daarop antwoord geven. Degene die de vraag krijgt, verzint een nieuwe vraag voor iemand anders met het vraagwoord van zijn of haar kaartje, enzovoort.
Voorbeeldvragen:
• Wat is je schoenmaat?
• Hoeveel broertjes of zusjes heb jij?
• Waarom vind je voetbal zo leuk?
• Met wie ga jij graag om?
• Waar woon jij?
Deze doelen zijn voorwaardelijk aan dit doel:
• Bijwoord
Suggestie 1
Lege briefjes en schrijfmateriaal
Suggestie 2
Kaartjes met vraagwoorden erop. Voorbeelden van vraagwoorden voor op de kaartjes:
• Welk
• Welke
• Wie
• Wat
• Wat voor
• Waar
• Hoe
• Hoeveel
• Waarin
• Waarop
• Waarom
• Waarvoor
• Waarmee
• Waardoor
• Waaronder
• Waarachter
• Waarlangs
• Waarin
• Waaraan
• Waarvan
• Met wie
• Wanneer
• Van welke
• Van wie
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.