Vergelijken van hele bedragen t/m 20 euro

Algemeen

De leerlingen leren het vergelijken van hele bedragen tot en met 20 euro.

Belang

Het is handig om bedragen te kunnen vergelijken zodat je weet welk product goedkoper of duurder is.

Introductie

laat de leerlingen tellen hoeveel euro er ligt.

Instructie

Bespreek hoe het euroteken eruit ziet en vraag eventueel waar ze het teken al eerder hebben gezien. Leg uit dat het euroteken aangeeft dat het getal over euro's gaat. Vertel hierna dat het bedrag voor de komma het aantal hele euro's is, en het getal achter de komma de centen. Leg vervolgens uit dat wanneer je bedragen gaat vergelijken, je gaat kijken naar het verschil tussen twee bedragen. Laat hierna zien dat de zonnebril minder kost dan het spel, omdat 12 minder is dan 19. Laat vervolgens de leerlingen tellen hoeveel geld Daan heeft, en daarna hoeveel geld Johan heeft. Vraag ten slotte wie er minder geld heeft, of hebben ze evenveel geld? Laat de leerlingen de volgende oefeningen zelfstandig maken. Daarna ga je kijken welke meer is. Vraag aan de leerlingen om de prijs op te noemen van de riem en de voetbal. Laat dan zien waar de getallen staan op de getallenlijn. 17 komt na de 13 op de getallenlijn, dus is 17 meer dan 13. Vraag daarna hoeveel de pan en de druiven kosten, zet deze ook weer op de getallenlijn en laat zien dat de druiven minder zijn omdat 4 voor de 16 komt op de getallenlijn. Oefen samen met de leerlingen wat meer en minder is en laat ze daarna de oefening zelfstandig maken. Bespreek vervolgens met de leerlingen dat het bedrag dat minder is goedkoper is, en het bedrag wat meer is duurder is. Laat de leerlingen dit zelfstandig oefenen met de oefeningen op het bord.

Controleer of de leerlingen bedragen kunnen vergelijken tot en met 20 euro door de volgende vraag te stellen:
- Wat is duurder: €10,00 of €18,00?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met bepalen wie minder heeft, daarna wat duurder is en ten slotte met wie meer heeft.

Afsluiting

Bespreek nogmaals het belang van het kunnen vergelijken van hele bedragen tot en met 20 euro. Laat de leerlingen als afsluiting aanwijzen welke voorwerpen meer kosten dan 7 euro.
Hierna kiezen ze twee voorwerpen en geven aan welke duurder is.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met het vergelijken van hele bedragen tot en met 20 euro eerst oefenen met het tellen van bedragen tot 20 euro zodat ze kunnen bepalen welke hoeveelheid meer of minder is.