Uitdrukking, spreekwoord & gezegde

Algemeen

Leerlingen leren de verschillen tussen spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegden.

Belang

Het is belangrijk om te weten wat de verschillen zijn, zodat je spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegden op de juiste manier kunt toepassen in je eigen taalgebruik.

Introductie

Laat de afbeeldingen van de uitdrukking ‘oude koeien uit de sloot halen’ zien en vraag: wat zie je? Wie weet wat dit betekent? Haalt iemand echt een koe uit de sloot? Je kunt hier ook een eigen uitdrukking, gezegde of spreekwoord van maken of aan toevoegen.

Als je al eerder figuurlijk taalgebruik hebt behandeld kun je de leerlingen vragen wat ze hier nog van weten. Geef vervolgens aan dat het voorbeeld een uitdrukking is (pas aan als je zelf iets anders bedacht hebt) en dat er ook spreekwoorden en uitdrukkingen bestaan.

Bespreek het doel van de les.

Instructie

Op het digibord vind je de uitleg per onderdeel (spreekwoord, uitdrukking en dan gezegde). Bij elke uitleg staat een voorbeeld die je kunt bespreken.

Daarna worden 3 voorbeelden gegeven die worden gemodeld en vervolgens ook 3 waarbij het antwoord niet gegeven is. Deze zou je zelf al modelend kunnen behandelen of de leerlingen dit laten oplossen.

Bespreek het belang van de les.

Inoefening

Verdeel het lokaal in drie vakken: één voor uitdrukking, één voor spreekwoord en één voor gezegde. Laat een spreuk zien op het bord. De leerlingen lopen dan naar het juiste vak toe. Bespreek dan klassikaal waarom ze in een bepaald vak staan en benadruk de eigenschappen van het spreekwoord/uitdrukking/gezegde.

Afsluiting

Vraag waarom het belangrijk is om te weten wat spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegden zijn.
Leg in het kort uit wat de verschillen zijn.

Suggestie

In deze quiz gaat het om of er een uitdrukking, spreekwoord of gezegde staat, maar ook wat de betekenis is van het figuurlijk taalgebruik. Er staan 5 vragen in de quiz. Op de laatste pagina is ruimte voor de naam van het winnende groepje.