Tijdsverschil bepalen tussen digitale klokken met minuten zonder uuroverschrijding

Algemeen

De leerlingen leren om het tijdsverschil te bepalen tussen digitale klokken met minuten zonder uuroverschrijding.

Belang

Het is belangrijk dat je het tijdsverschil tussen digitale klokken kunt bepalen, omdat je zo kunt bepalen hoeveel tijd er is verstreken tussen de twee tijden op de digitale klokken.

Introductie

Laat de leerlingen in groepjes samenwerken. Ieder groepje heeft één digitale klok. Een leerling zet een tijd op de klok met minuten met hoge uren. Vervolgens moet de rest van het groepje aangeven hoe laat het is. Daarna wisselen ze van beurt en mag iemand anders een tijd op de digitale klok zetten.

Instructie

Tijdens deze les kun je de leerlingen allemaal een digitale oefenklok geven, zodat ze direct de tijd op hun klok mee kunnen zetten en kunnen verzetten om het tijdsverschil te bepalen. Bespreek het belang van het bepalen van het tijdsverschil tussen digitale klokken met minuten. Laat de digitale klok zien en leg uit dat een digitale klok bestaat uit vier plekken waar een cijfer kan staan. De dubbele punt, bij sommige klokken alleen één punt, geeft de scheiding tussen uren en minuten aan. De cijfers die voor de dubbele punt staan geven de uren aan. De cijfers achter de dubbele punt geven de minuten aan. Met behulp van het voorbeeld van de afwas kun je uitleggen hoe je het tijdsverschil tussen digitale klokken met minuten kunt bepalen. Zo begin je om 2 minuten over half 7 met de afwas en ben je om 12 minuten over 7 klaar. Het tijdsverschil tussen deze twee tijden is 16 minuten. Om dit uit te rekenen tel je steeds de minuten in overzichtelijke stappen. Dit kan door te rijgen of door naar een rond getal te tellen. Controleer met de volgende sommen of de leerlingen het tijdsverschil tussen de digitale klokken kunnen bepalen. Laat de leerlingen de som met de vergadering zien. Vraag aan de leerlingen hoe je het tijdsverschil moet uitrekenen. Benadruk dat de tijd op de digitale klok de tijd is waarop de vergadering is afgelopen. Je moet dus het tijdsverschil gaan bepalen tussen 7 minuten over 10 en 4 minuten over half 12. Door het afdekvlak weg te schuiven kun je de tussenstappen laten zien. Geef aan dat je ook andere tussenstappen kunt nemen, door eerst de minuten verder te tellen en dan de uren. Daarna kun je het antwoord laten zien. Controleer met de meerkeuzesommen of de leerlingen het juiste tijdsverschil kunnen bepalen.

Controleer of de leerlingen het tijdsverschil tussen digitale klokken met minuten zonder uuroverschrijding kunnen bepalen, door de volgende vraag te stellen:
- Hoe bepaal je het tijdsverschil tussen twee digitale klokken?

Inoefening

Bij de eerste en tweede opgave bepalen de leerlingen het tijdsverschil tussen de digitale klokken. In de derde opgave bepalen ze het tijdsverschil aan de hand van een digitale klok en een verhaal.

Afsluiting

Bespreek nogmaals met de leerlingen dat het belangrijk is om het tijdsverschil tussen digitale klokken met minuten zonder uuroverschrijding te kunnen bepalen, omdat je zo kunt bepalen hoeveel tijd er is verstreken. Als afsluiting laat je een aantal oefeningen zien, waarbij de leerlingen in tweetallen moeten overleggen wat het tijdsverschil is.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met het bepalen van het tijdsverschil tussen digitale klokken met minuten zonder uuroverschrijding eerst oefenen met een digitale klok minuten eerder of later te zetten zonder uuroverschrijding. Vervolgens kunnen ze ook oefenen met grotere verschillen zonder uuroverschrijding. Daarna kun je de leerlingen de klok telkens een aantal minuten verder laten zetten tot hij bij de andere tijd is, om zo het tijdsverschil te bepalen.

Instructiemateriaal

Digitale oefenklokken