Teruggeven met hele bedragen t/m 100 euro

Algemeen

De leerlingen leren geld teruggeven bij hele bedragen tot en met 100 euro.

Belang

Het is handig om geld terug te kunnen geven zodat zodat je kunt controleren of je het juiste bedrag terug krijgt of geeft.

Introductie

Laat de leerlingen het geld wat de jongen terug krijgt naar de jongen slepen.

Instructie

Leg uit dat het meisje de rugzak van € 60 wil kopen. Ze betaald met 100 euro. Vraag hoeveel geld de jongen terug moet geven. Laat zien dat je met behulp van de getallen lijn van 100 terug kunt tellen naar 60. Maak eventueel de som 100 -60 = 40. Je moet dus € 40 teruggeven. Dit kun je doen met twee biljetten van 20 euro. Laat vervolgens de jongen zien die een trui verkoopt en bespreek hoeveel de trui kost. Het meisje betaald 70 euro. Laat nu de getallenlijn zien maak samen de sprongen op de getallenlijn. Laat vervolgens de leerlingen het juiste bedrag naar het vak bij het meisje slepen. Oefen samen een aantal opgaven. Leg zelf telkens een bedrag neer, zodat er altijd geld teruggegeven moet worden.

Controleer of de leerlingen geld kunnen teruggeven tot en met 100 euro door de volgende vraag te stellen:
- Waarom is het belangrijk om geld te kunnen terug geven?

Inoefening

De leerlingen oefenen met het teruggeven van geld door het juiste bedrag in munten en biljetten naar het midden te slepen.

Afsluiting

Bespreek nogmaals het belang van het kunnen teruggeven van geld tot en met 100 euro. Als afsluiting laat je de leerlingen winkeltje spelen en spullen bij elkaars winkels kopen met behulp van munten en biljetten.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met het teruggeven van geld tot en met 100 euro eerst goed oefenen met het teruggeven van geld met hele bedragen tot en met 20 euro.

Instructiemateriaal

Biljetten en munten van 50, 20, 10, 5, 2 en 1 euro.