8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Leerlingen kunnen hele geldbedragen met munten en biljetten tellen tot en met 20 euro.
Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is om geldbedragen tot en met 20 euro te kunnen tellen, omdat je dit nodig hebt om te rekenen met geld. Als je geld kunt tellen, kun je bijvoorbeeld het juiste bedrag aan de verkoopster geven.
Op het digibord is een afbeelding te zien met de bijbehorende som. Vraag de leerlingen wat de uitkomst is en hoe zij dit hebben gedaan. Ook is er een som in verhaalvorm. De leerlingen geven aan wat het juiste antwoord is.
Je laat de munten en de biljetten op het digibord zien en spreek deze hardop uit. Laat de leerlingen steeds herhalen welke munt of welk biljet het is. Daarna leg je uit dat wanneer je biljetten en munten bij elkaar optelt, je eerst de biljetten bij elkaar telt en daarna tel je de munten erbij. Laat op het digibord een aantal biljetten en munten zien en vraag de leerlingen hoe je dit bedrag handig kunt optellen. Vervolgens tellen ze de biljetten en munten bij elkaar op. Geef aan dat je begint met het biljet. Daarna tel je de munten van de grootste naar kleinste waarde bij elkaar op. Oefen vervolgens het tellen van bedragen door een bedrag op het bord te slepen en het bedrag door leerlingen bij elkaar op te laten tellen. Vraag hoe de leerlingen dit handig kunnen tellen. Daarna controleer je of de leerlingen de bedragen kunnen tellen.
Om te controleren of leerlingen hele bedragen tot en met 20 euro kunnen tellen, kun je de volgende vraag stellen:
- Hoe tel je biljetten en munten handig bij elkaar op?
De leerlingen oefenen met het tellen van het bedrag tot en met 20 euro met antwoordmogelijkheden en zonder antwoordmogelijkheden. Daarna moeten de leerlingen aangeven bij welke afbeelding het aangegeven bedrag ligt.
Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het belangrijk is om hele geldbedragen tot en met 20 euro te kunnen tellen, omdat je dit nodig hebt om goed te rekenen met geld. Controleer of de leerlingen weten wat de juiste volgorde is om biljetten en munten op te tellen en laat vervolgens een spaarvarken zien. Vraag de leerlingen hoeveel geld er in het spaarvarken zit en hoe zij dit handig hebben berekend. Daarna laat je drie geldbedragen zien en vraag je bij welk geldbedrag 16 euro ligt. Druk op een vak om het antwoord te controleren.
Leerlingen die moeite hebben met het tellen van bedragen tot en met 20 euro, kunnen de biljetten en de munten in de juiste volgorde leggen om dit vervolgens bij elkaar op te tellen.
Nepgeld: biljetten van 5, 10 en 20 euro. Munten van 1 en 2 euro.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.