8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Leerlingen leren hoe ze een oppervlakte moeten tekenen op hokjes.
Bespreek met de leerlingen dat het handig is om een oppervlakte te kunnen tekenen, zodat je een plattegrond kunt tekenen. Met deze plattegrond kun je nagaan of alles in een bepaalde ruimte past.
Op het digibord staan een aantal figuren. De leerlingen moeten aangeven welke oppervlakte bij welk figuur hoort. Laat de leerlingen uitleggen hoe ze bij dit antwoord komen en sleep de oppervlaktes naar het figuur.
Geef aan dat de oppervlakte de grootte van het figuur is. Door de lengte met de breedte te vermenigvuldigen, weet je wat de oppervlakte is. Je kunt op verschillende manieren een oppervlakte tekenen. Laat dit zien aan de hand van het voorbeeld waarbij de oppervlakte zestien hokjes moet bevatten. Je kunt er een vierkant of een rechthoek van maken. Door te rekenen met de tafels kom je erachter welke lengtes en breedtes bij een figuur passen. Ook kun je willekeurige figuren maken. Tel daarbij het aantal getekende hokjes en stop met tekenen als je er zestien hebt. Vervolgens oefenen de leerlingen met het tekenen van een oppervlakte. Ze moeten twee verschillende figuren tekenen met achttien hokjes. Laat de leerlingen elkaars tekeningen vergelijken en laat een mogelijke manier op het digibord zien hoe je achttien hokjes kunt tekenen. Bespreek met de leerlingen hoe zij de figuren hebben getekend. Vervolgens leg je uit dat de schaal iets zegt over de verhouding met de werkelijkheid. Bij de hokjes betekent dat één hokje gelijk is aan één vierkante meter. Laat de leerlingen oefenen met het tekenen met de juiste schaal. Iedereen maakt een plattegrond waar een aantal onderdelen in getekend moeten worden. Laat de leerlingen hun plattegrond vergelijken met de plattegrond op het digibord.
Om te controleren of de leerlingen weten hoe ze de oppervlakte kunnen tekenen, kun je de volgende vraag stellen:
- Op welke manieren kun je de oppervlakte tekenen?
De leerlingen oefenen eerst met het tekenen van twee verschillende figuren. Vervolgens moeten ze een willekeurig figuur tekenen en daarna moeten ze alle onderdelen op een plattegrond tekenen.
Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het handig is om de oppervlakte te kunnen tekenen op hokjes, omdat je zo een plattegrond tekenen en weet je hoe groot het vlak is. Laat de leerlingen in tweetallen oefenen met het tekenen van de juiste oppervlakte. Een tweetal heeft twee dobbelstenen. Om de beurt gooien ze de dobbelstenen en tekenen het aantal hokjes dat de ogen van de dobbelstenen aangeven. De figuren die ze tekenen mogen vierkanten, rechthoeken en willekeurige figuren zijn. Aan het einde tellen ze wie van de twee de grootste oppervlakte heeft getekend.
Wanneer leerlingen moeite hebben met het tekenen van de oppervlakte op hokjes, kunnen ze in de hokjes opschrijven het hoeveelste hokje het is dat ze hebben getekend.
Hokjespapier, dobbelstenen en werkbladen.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.