Structureren van getallen t/m 100

Structureren van getallen t/m 100

-

Open deze lesJe kan Gynzy gratis uitproberen.
Structureren van getallen t/m 100
Teacher
Kids

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Algemeen

Leerlingen leren het structureren van getallen van 20 tot en met 99.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is om te weten hoe de getallen t/m 100 in elkaar zitten, zodat je hier goed mee kan leren rekenen.

Introductie

Op het digibord staan een aantal getallen. Wijs een getal aan en laat een leerling hardop zeggen welk getal dit is. Herhaal dit bij alle getallen. Daarna moeten de leerlingen aangeven hoeveel eieren er op het digibord staan. Vraag hoe de leerlingen dit handig kunnen tellen.

Instructie

Je laat MAB-materiaal op het digibord zien of maakt gebruik van eigen MAB-materiaal. Aan de hand van de blokjes leg je uit dat het tienvoud 40 bestaat uit 4 tientallen en dat de eenheden de getallen van 1 tot en met 9 zijn. Vervolgens laat je met behulp van de blokjes zien wat het tiental en de eenheden zijn en welk getal dit samen is. Geef aan dat je deze cijfers ook eenvoudig kunt weergeven in een TE-tabel. Geef aan dat de T staat voor het tiental en de E voor de eenheden. Vul klassikaal een aantal ontbrekende getallen in en laat de leerlingen dit ook zelf doen. Kunnen zij aangeven hoeveel geld het samen is? Laat hen ook de bijbehorende TE-tabel invullen. Daarna laat je een voorbeeld zien met 42 eieren. Leg uit dat er 40 eieren in de dozen liggen en er zijn 2 losse eieren. Samen zijn dit 42 eieren. Bespreek wat de waarde van deze cijfers in het getal zijn en laat zien dat je de getallen in een TE-schema kunt zetten. Oefen klassikaal met het bepalen van de waarde van cijfers met behulp van het voorbeeld van de blokjes. Daarna zijn er een aantal oefeningen waarbij leerlingen moeten aangeven wat de waarde van een cijfer is. Gum de vakjes uit of sleep het vakje weg om te zien wat het juiste antwoord is. Tot slot leg je uit dat je de getallen ook kunt maken met sprongen op de getallenlijn. Bespreek de verschillende manieren hoe je sprongen kunt maken. Je kunt losse sprongen maken met de eenheden, maar deze kun je ook handig in één keer maken. Laat de leerlingen hiermee oefenen.

Controleer of de leerlingen weten hoe de getallen tot en met 100 zijn opgebouwd met de volgende vragen:
- Wat is een tiental? Hoe weet je dat?
- Wat is een eenheid? Hoe weet je dat?
- Uit welk tiental en welke eenheden bestaat het getal 68? Wat is het cijfer 6 waard? En wat is het cijfer 8 waard?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met het springen van de tientallen en eenheden op de getallenlijn, daarna vullen ze de tientallen en eenheden in een tabel in en tot slot geven ze aan wat de waarde is.

Afsluiting

Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het belangrijk is om te weten hoe getallen tot en met 100 in elkaar zitten, zodat je hier goed mee kan rekenen. Controleer of de leerlingen weten wat een eenheid en wat een tiental is en welk getal dit is als je het samenvoegt. Daarna laat je de leerlingen opschrijven welk getal moet worden ingevuld bij het vraagteken. Laat de leerlingen het opgeschreven getal omhoog houden, zodat je kunt controleren of ze het goed hebben.

Aandachtspunten

Leerlingen die moeite hebben met met het structureren van getallen, kun je een tip geven om te onthouden wat een tiental en een eenheid is. Leg de nadruk op het woord 'tien' in tiental en 'een' in eenheid. Laat leerlingen eventueel oefenen met MAB-materiaal en laat daarbij de verdeling van een tiental en de eenheden duidelijk zien.

Instructiemateriaal

MAB-materiaal.

Over Gynzy

Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!