Schatten van lengte in centimeters

Algemeen

Leerlingen leren de lengte van bekende voorwerpen en objecten in centimeters te schatten.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het handig is om voorwerpen te kunnen schatten, zodat je weet hoe lang iets ongeveer is. Als je voorwerpen kunt schatten, kun je nagaan of het voorwerp past. Zo weet je bijvoorbeeld dat een pakketje dat 8 centimeter dik is niet door de brievenbus past.

Introductie

Laat de leerlingen in groepjes overleggen. Samen moeten ze zo snel mogelijk vijf voorwerpen bedenken die groter zijn dan één centimeter en vijf voorwerpen die kleiner zijn dan één centimeter. Zodra ze alle voorwerpen hebben opgeschreven, gaat het hele groepje staan om te laten zien dat ze klaar zijn.

Instructie

Leg uit wat een centimeter is. Geef aan dat het stuk van 0 tot 1 op een liniaal precies één centimeter lang is. Geef aan dat je duim ongeveer één centimeter dik is. Laat dit zien met behulp van de liniaal. Geef aan dat je de lengte van voorwerpen kunt schatten door het voorwerp te vergelijken met de dikte van je duim. Je weet namelijk dat je duim ongeveer één centimeter dik is. Leg uit dat de leerlingen, wanneer een voorwerp groter is dan 10 cm, ook de afstand van hun duim naar het puntje van hun wijsvinger kunnen gebruiken. Dit maakt het makkelijker om bijvoorbeeld de lengte van een tafel te schatten. Laat de leerlingen vervolgens een voorwerp pakken, uit bijvoorbeeld hun etui, en laat hen dit schatten. Kies een aantal voorwerpen van de leerlingen en vraag wat zij geschat hebben en hoe ze dit hebben aangepakt. Vraag ook wat andere leerlingen schatten bij dat voorwerp. Nadat leerlingen een antwoord hebben gegeven, kun je de voorwerpen meten om te controleren welke schatting het dichtstbij zat. Vervolgens laat je een aantal stellingen op het digibord zien. De leerlingen moeten aangeven of het waar of niet waar is. Daarna moeten de leerlingen schatten hoe lang een voorwerp in het echt is. Ze kunnen uit een aantal antwoordmogelijkheden kiezen.

Om te controleren of de leerlingen de lengte van voorwerpen in centimeters kunnen schatten, kun je de volgende vragen stellen:
- Wat is ongeveer één centimeter?
- Hoe kun je de lengte van een voorwerp schatten?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met een stelling over de lengte van een voorwerp in centimeters. Vervolgens moeten ze de voorwerpen schatten, waarbij ze kunnen kiezen uit meerdere antwoordmogelijkheden.

Afsluiting

Je bespreekt nog eens met de leerlingen dat het handig is om de lengte van voorwerpen te kunnen schatten, zodat je weet hoe lang iets ongeveer is. Je controleert of de leerlingen een lengte in centimeters kunnen schatten door middel van een aantal voorwerpen op het digibord. Bij elk voorwerp staan antwoordmogelijkheden. Achter elk voorwerp staat een gedeelte van een afbeelding. De leerlingen moeten aangeven wat het juiste antwoord is. Sleep vervolgens de afbeelding naar het juiste antwoordenvak. Op die manier puzzel je de afbeelding weer compleet.

Aandachtspunten

Wanneer leerlingen moeite hebben met het schatten van voorwerpen, kun je herhalen dat de dikte van je duim ongeveer één centimeter is en de afstand van je duim tot aan het topje van je wijsvinger ongeveer 10 cm is. Echte voorwerpen kun je vergelijken met je duim of hand. Zo kun je de lengte van een voorwerp schatten.

Instructiemateriaal

Een liniaal.