Rekenen met verhoudingen, breuken en percentages via omrekenen met inhoud

Algemeen

De leerlingen leren rekenen met verhoudingen, breuken en percentages via omrekenen met inhoud.

Belang

Het is belangrijk dat je kunt rekenen met verhoudingen, breuken en percentages via omrekenen met inhoud, omdat je zo bijvoorbeeld uit kunt rekenen hoeveel milliliter er in 1 glas zit.

Introductie

Laat de leerlingen de maten omrekenen.

Instructie

Laat de som met de kopjes koffie zien. Leg uit dat je weer eerst de maat gaat omrekenen. Hierna reken je eerst 1 kopje uit uit door weer de totale inhoud te delen door het aantal kopjes koffie. Om nu de inhoud te weten van 3 kopjes koffie vermenigvuldig je de in houd van 1 kopje koffie met 3. Oefen vervolgens met de andere sommen. Daarna leg je uit hoe je rekent met breuken aan de hand van de som met de kan ranja. Reken eerst de getallen om naar dezelfde inhoudsmaat (1 l = 100 cl). Hierna zet je de getallen in het verhaal om naar een breuk ( 20//100 ) en vereenvoudig je de breuk ( 20//100 = 2//10 = 1//5 ). Daarna oefenen de leerlingen met de andere som. Vervolgens laat je nog een som met breuken zien. In dit verhaal staat de breuk al gegeven en reken je de inhoud uit. Dit doe je door eerst de totale inhoud om te rekenen naar de juiste maat en vervolgens het totaal te delen door de noemer. Deze uitkomst vermenigvuldig je met de teller. Oefen hiermee. Daarna ga je in op het berekenen van percentages. Ook hier reken je eerst om naar de juiste maat. Maak hier een breuk van, vereenvoudig het en maak er een percentage van. Bespreek samen nog een som. Vervolgens bespreek je de som, waarbij al een percentage staat gegeven. Om de inhoud te bepalen, reken je eerst om naar de juiste maat. Vervolgens reken je 1% uit en dan het gevraagde percentage. Oefen hiermee. Ten slotte leg je uit hoe je de inhoud vergelijkt met verhoudingen. Oefen hier ook mee met breuken en percentages.

Controleer of de leerlingen kunnen rekenen met verhoudingen, breuken en percentages via omrekenen met inhoud door de volgende vraag te stellen:
- Welke stappen gebruik je om uit te rekenen hoeveel milliliter er in 1 glas water zit?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met verhoudingen, daarna met breuken en vervolgens met percentages.

Afsluiting

Bespreek nogmaals het belang van het kunnen rekenen met verhoudingen, breuken en percentages via omrekenen met inhoud. Als afsluiting laat je de leerlingen de sommen in tweetallen oplossen.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met het rekenen met verhoudingen, breuken en percentages via omrekenen met inhoud eerst oefenen met het omrekenen van liters, deciliters, centiliters en milliliters.