8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Leerlingen leren hoe ze met een oppervlakte moeten rekenen.
Bespreek met de leerlingen dat het handig is om met een oppervlakte te kunnen rekenen, zodat je kunt uitrekenen hoeveel blikken verf je nodig hebt voor het schilderen van een muur.
Laat de klas in tweetallen werken. Beide leerlingen tekenen een figuur op hokjespapier en schrijven op hoe duur één of meerdere tegels samen zijn. Vervolgens maken ze een stelling bij hun tekening en leggen deze stelling voor aan de ander. De ander geeft aan of het waar of niet waar is wat zijn klasgenoot zegt over de tekening.
Geef aan dat je eerst de oppervlakte van de muur moet uitrekenen. Met 1 verfblik kun je een oppervlakte van 3 m² verven. Deel de oppervlakte van de muur door 3 m², zo weet je hoeveel blikken verf je nodig hebt voor de hele muur. Geef duidelijk aan dat je in sommige gevallen moet afronden. Als je 6,25 blikken verf nodig hebt voor de muur, dan betekent dit dat je 7 blikken verf moet kopen. Koop je er 6, dan kom je verf tekort. Laat de leerlingen oefenen met het rekenen met de oppervlakte waarbij ze aangeven hoeveel blikken verf er nodig zijn voor de oppervlakte. Bij tegels hebben zowel de vloer als de tegels een bepaalde afmeting. Geef aan dat het handig is om de meeteenheden die er staan eerst om te rekenen naar dezelfde meeteenheid. Daarna reken je de oppervlakte van de vloer en van de tegels uit. De volgende stap is om de oppervlakte van de vloer en de tegels door elkaar te delen. Dit getal geeft aan hoeveel tegels er nodig zijn voor de vloer. Dit aantal vermenigvuldig je met de prijs van een tegel. Daarna laat je de leerlingen oefenen waarbij ze moeten aangeven hoeveel tegels er nodig zijn en hoe duur het is.
Om te controleren of de leerlingen weten hoe ze met de oppervlakte kunnen rekenen, kun je de volgende vraag stellen:
- Op welke manier kun je rekenen met de oppervlakte?
De leerlingen oefenen met het rekenen met een oppervlakte waarbij ze moeten aangeven hoeveel tegels of verfblikken er nodig zijn voor de oppervlakte. Vervolgens moeten ze een som in verhaalvorm uitrekenen.
Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het handig is om met de oppervlakte te kunnen rekenen, omdat je zo kunt uitrekenen hoeveel verfblikken je nodig hebt om de muur te kunnen schilderen. Laat een som in verhaalvorm zien en laat de leerlingen deze som uitrekenen. Vraag ook hoe zij dit gedaan hebben.
Wanneer leerlingen moeite hebben met het rekenen met de oppervlakte, leg je nog eens uit welke stappen je moet maken om dit te kunnen uitrekenen. Daarbij oefen je zowel met oppervlakten waarbij de meeteenheden hetzelfde zijn als waarbij de meeteenheden omgerekend moeten worden. Laat de leerlingen ook oefenen met het berekenen van de prijs bij de bijbehorende oppervlakte. De prijs kan zowel een kommagetal zijn als een heel getal.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.