Rekenen met meerdere bewerkingen

Algemeen

De leerlingen leren te rekenen met meerdere bewerkingen.

Belang

Het is belangrijk om te kunnen rekenen met meerdere bewerkingen, omdat je zo bijvoorbeeld kunt uitrekenen wat het totaalbedrag is.

Introductie

Laat de leerlingen de eerste rij met deelsommen maken binnen de tijd. Vervolgens start je de zandloper opnieuw en laat je de rij met keersommen maken. Eventueel kan de tijd van de zandloper worden aangepast.

Instructie

Leg uit dat er afspraken zijn gemaakt om sommen met meerdere bewerkingen goed op te kunnen lossen. Eén van die afspraken is dat × en : voor + en - gaan. Laat de voorbeeldsom: 6 × 30 + 4 × 100 zien. Dus in deze som reken je eerst de keersommen uit en pas daarna tel je de getallen bij elkaar op. Laat de volgende som zien en lees het verhaal. Benadruk dat de leerlingen goed moeten kijken welke getallen ze nodig hebben uit het verhaal en hoe vaak het nodig is. Laat zien welke getallen er nodig zijn om op de som 22 × 7,20 + 3 × 15,35 uit te komen. Reken de som uit door eerst de keersommen op te lossen en de uitkomsten bij elkaar op te tellen. Vervolgens maak je samen met de leerlingen de som van Teun, Toon en Thijs. De leerlingen maken de volgende sommen met meerdere bewerkingen zelfstandig.

Controleer of de leerlingen kunnen rekenen met meerdere bewerkingen, door de volgende vraag te stellen:
- In welke volgorde reken je een som uit met ×, : , + en - ?

Inoefening

De leerlingen maken een opgave waarbij ze moeten uitrekenen hoeveel vader in totaal moet betalen. In de volgende opgave moeten de leerlingen uitrekenen hoeveel ieder moet betalen. In de derde opgave moeten de leerlingen aangeven hoeveel bloemen er nog over zijn.

Afsluiting

Bespreek nogmaals het belang van het kunnen rekenen met meerdere bewerkingen. Vervolgens kun je de leerlingen in tweetallen laten werken om de som met meerdere bewerkingen op te lossen.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met het rekenen met meerdere bewerkingen, eerst oefenen met het halen van de juiste getallen uit het verhaal. Laat ze eerst los de sommen van elkaar oplossen, bijvoorbeeld eerst 3 × 10 = 30 en 4 × 10 = 40. Vervolgens zet je deze sommen in één som: 3 × 10 + 4 × 10 =.