Rekenen met eenvoudige bedragen via omrekenen met inhoud

Algemeen

De leerlingen leren rekenen met eenvoudige bedragen via omrekenen met inhoud.

Belang

Het is belangrijk dat je kunt rekenen met bedragen via omrekenen met inhoud, omdat je zo bijvoorbeeld weet hoeveel je moet betalen voor 1500 milliliter melk.

Introductie

Laat de leerlingen de ml, cl en l omrekenen.

Instructie

Leg uit dat om uit te rekenen hoeveel Tyrsa moet betalen je eerst de inhoud om moet rekenen naar dezelfde maat. Daarna kun je de getallen in een tabel zetten. 50 cl kost 1 euro. Om 250 cl te krijgen vermenigvuldig je 50 met 5. Wat je boven doet doe je ook onder, dus vermenigvuldig je 1 euro ook met 5, dat is 5 euro. Dus 250 cl kost 5 euro. Bespreek de som met de appelsap samen en laat de leerlingen de volgende sommen zelfstandig maken. Bespreek daarna de som met de soep. Reken weer eerst de inhoud om naar dezelfde maten en vul de getallen in de tabel in. 1000 : 4 = 250 ml, dus deel je € 1,20 ook door 4, dat is 30 cent. Bespreek de som met de yoghurt samen en laat de leerlingen de volgende sommen zelfstandig maken.

Controleer of de leerlingen kunnen rekenen met eenvoudige bedragen via omrekenen met inhoud door de volgende vraag te stellen:
- Welke stappen gebruik je om uit te rekenen hoeveel je betaalt voor 1500 ml melk?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met het omrekenen van inhoud en hele bedragen, daarna met twee opgaven met kommabedragen.

Afsluiting

Bespreek nogmaals het belang van het kunnen rekenen met eenvoudige bedragen via omrekenen met inhoud. Als afsluiting laat je de leerlingen in tweetallen de som oplossen.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met het rekenen met eenvoudige bedragen via omrekenen met inhoud eerst oefenen met het rekenen met bedragen en verhoudingen.