Rekenen met een tabel met getallen t/m 100

Rekenen met een tabel met getallen t/m 100

Open deze lesJe kan Gynzy gratis uitproberen.
Rekenen met een tabel met getallen t/m 100
Teacher
Kids

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Algemeen

Leerlingen leren het uitvoeren van berekeningen met gegevens tot en met 100 uit een tabel.

Belang

Het is handig om berekeningen met gegevens uit een tabel te kunnen uitvoeren. Zo kun je bijvoorbeeld bepalen hoeveel broodjes je voor het weekend nodig hebt.

Introductie

Laat de leerlingen met behulp van de tabel vertellen hoeveel sokken er aan de waslijn hingen op maandag en vrijdag. Daarna proberen de leerlingen antwoord te geven op de vraag: op welke dag was één paar sokken niet compleet?

Instructie

Laat de tabel zien. Leg uit dat je eerst in de tabel de getallen gaat zoeken die bij de maandag, dinsdag en woensdag horen. Dat zijn 30, 25 en 19. Vervolgens leg je uit dat je het totaal wilt weten, dus je maakt een optelsom. De som wordt dan 30 + 25 + 19 =. Laat vervolgens de som handig uitrekenen. De uitwerking van de som is een voorbeeld van de som handig uitrekenen. Bespreek met de leerlingen eventueel nog andere handige manieren om de som op te lossen. Oefen vervolgens samen met de leerlingen de volgende som. Laat de opdracht met de snoepjes zelfstandig maken. Laat de tabel met de sterren zien. Zoek eerst de getallen op in de tabel op woensdag en zaterdag. Dat zijn 61 en 74. Benadruk dat je wilt weten hoeveel minder sterren er op woensdag geteld zijn dan op zaterdag. Je kunt de minsom 74 - 61= maken of de plussom: 61 + ... = 74. Laat vervolgens voor beide sommen een manier zien om de som handig uit te rekenen. Bespreek eventueel meerdere handige manieren om de som op te lossen. Oefen samen met de leerlingen de som met de insecten en laat de som van de eieren zelfstandig maken.

Controleer of de leerlingen berekeningen kunnen uitvoeren met gegevens tot en met 100 uit een tabel, door de volgende vraag te stellen:
- Hoe kun je berekeningen uitvoeren met gegevens uit deze tabel?

Inoefening

De leerlingen maken eerst een opgave, waarbij ze het totaal aantal bekers moeten uitrekenen. Bij de tweede opgave moeten ze het aantal bladzijden van bepaalde dagen optellen. In opgave drie moeten ze aangegeven hoeveel insecten er meer zijn geteld op woensdag.

Afsluiting

Bespreek met de leerlingen het belang van het kunnen uitvoeren van berekeningen met gegevens tot en met 100 uit een tabel. Als afsluiting kun je de leerlingen, eventueel in tweetallen, zelf berekeningen laten maken op basis van de getallen uit de tabel. Gebruik de twee voorbeelden van de kinderen.

Aandachtspunten

Leerlingen die moeite hebben met het het uitvoeren van berekeningen met gegevens tot en met 100 uit een tabel kunnen eerst oefenen met het aflezen van de juiste gegevens uit een tabel. Leg daarbij de relatie tussen het getal en wat er boven staat (bijvoorbeeld de dag) uit. Als de leerling de juiste gegevens uit de tabel kan halen, oefen dan met het maken van de juiste som. Let hierbij op de woorden: in totaal en meer/minder. Als een leerling moeite heeft met het uitrekenen van de som, laat de leerling dan oefenen met het optellen en aftrekken van twee getallen tot en met 100.

Over Gynzy

Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!