Rekenen met de windroos

Rekenen met de windroos

Open deze lesJe kan Gynzy gratis uitproberen.
Rekenen met de windroos
Teacher
Kids

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Algemeen

Leerlingen leren hoe ze de richting kunnen bepalen aan de hand van een windroos.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het handig is om de richting te kunnen bepalen aan de hand van een windroos. Bijvoorbeeld wanneer je wilt weten in welke richting je loopt.

Introductie

Op het digibord staat een foto en een kaartje. Vraag aan de leerlingen op welke locatie de foto is genomen. Bespreek wat de leerlingen zien en hoe ze aan de hand daarvan de locatie kunnen bepalen.

Instructie

Bespreek de afkortingen in de windroos en waar ze voor staan. Eventueel kunnen ze daar het ezelsbruggetje voor gebruiken. Hang bordjes in de klas op met de verschillende richtingen, zodat de leerlingen de richting kunnen bepalen. Oefen met de verschillende richtingen door de leerlingen een bepaalde richting op te laten lopen. Bijvoorbeeld: Zet één stap richting het zuiden. Bespreek de richting van onderdelen van de school: in welke richting staat bijvoorbeeld de ingang? Controleer vervolgens of de leerlingen de verschillende richtingen kunnen toepassen bij de opgaven. Leg aan de leerlingen uit dat wanneer je de richting wil bepalen op een kaart je eerst moet weten waar jij bent, dan waar de locatie is, en hoe je dan een denkbeeldige lijn kunt trekken tussen de twee plaatsen. In welke richting gaat deze denkbeeldige lijn? Vergelijk deze met de windroos. Controleer vervolgens het begrip van de leerlingen aan de hand van de opgaven op het digibord. Hier is de hulppijl niet meer weergeven, dus zullen ze zelf een denkbeeldige lijn moeten trekken. Wanneer er wegen in een opgave zitten zoals in de vraag van Uddel naar Apeldoorn gaat het om de richting van waar Apeldoorn zich bevindt ten opzichte van Uddel, niet de richting die de weg letterlijk loopt.

Inoefening

De leerlingen oefenen met het bepalen van de richting aan de hand van een windroos.

Afsluiting

Je bespreekt met de leerlingen nog eens welke stappen er gezet moeten worden wanneer je wilt bepalen in welke richting iets zich bevindt. Ten slotte laat je de leerlingen een route voor elkaar verzinnen in de klas.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met de richtingen nog eens goed oefenen met het lopen in de verschillende richtingen in de klas. Benadruk dat de richtingen vast staan en nooit veranderen. Eventueel concreter maken door een kaart van Nederland te laten zien en te bespreken waar hun huis staat bijvoorbeeld, en in welke richting de voordeur dan staat. Wanneer de leerlingen moeite hebben met de bepaling van tijd aan de hand van de schaduwen kun je dit concreet demonstreren aan de hand van een zaklamp en een langwerpig voorwerp. Laat zien wat er gebeurd met de schaduw wanneer de zon (de zaklamp) op komt in het oosten en zich naar het westen beweegt gedurende de dag.

Instructiemateriaal

Bordjes met de verschillende windrichtingen: N, NO, O, ZO, Z, ZW, W, NW. Hang deze op de klas met het noorden op het daadwerkelijke noorden.

Over Gynzy

Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!