Rekenen met de tafel van 6

Algemeen

De leerlingen leren rekenen met de tafel van 6.

Belang

Het is belangrijk om te kunnen rekenen met keersommen. Zo kunnen de leerlingen gemakkelijk uitrekenen hoeveel ze van iets hebben, wanneer ze een aantal keer iets hebben.

Introductie

Je laat de leerlingen de ballonnen met getallen t/m 60 verbinden naar de juiste plek op de getallenlijn t/m 60 en je kiest willekeurig twee leerlingen om het aantal lieveheersbeestjes en apen op het bord te tellen.

Instructie

Leg eerst uit dat een tafelsom een keersom is waarmee je uitrekent dat je een aantal keer iets hebt. Bij de tafel van 6 heb je steeds een aantal keer 6. Leg daarna uit hoe een keersom is opgebouwd met het keerteken en dat het eerste getal aangeeft hoeveel keer je iets hebt en het tweede getal hoeveel het er steeds zijn. Laat alle sommen uit de tafel zien met voorbeelden van vijvers waarbij in elke vijver 6 eenden zitten en er steeds een vijver bij komt. Oefen daarna met drie voorbeelden welke som er hoort bij een afbeelding waarbij voorbeelden net als bij de vijvers gegroepeerd zijn per zes voorwerpen. Leg daarna uit dat voorwerpen ook in rijen kunnen liggen en je de keersom er dan uit kan halen door te tellen hoeveel er in elke rij liggen en hoeveel rijen je hebt. Bespreek daarna dat je tafelsommen ook kunt doen op de getallenlijn door steeds sprongen van 6 te maken en oefen dit samen.
Laat daarna alle abstracte sommen zien van de tafel van 6 en bespreek steeds dat bij elke keer er 6 bij komt. Bespreek vervolgens hoe leerlingen door eerst één som uit te rekenen een andere som uit de tafel uit kunnen rekenen door te dubbelen, halveren, omkeren of door één keer meer of minder te doen. Leg uit dat als er getallen in de som ontbreken ze goed moeten nadenken bij welke tafelsom de uitkomst hoort.
Bespreek daarna hoe leerlingen een verhaalsom kunnen oplossen met de tafel van 6 door het stappenplan te doorlopen waarbij leerlingen eerst kijken naar wat er gevraagd wordt, dan de getallen zoeken die nodig zijn, dan de som benoemen en deze tot slot uitrekenen, Oefen dit ook samen met de leerlingen.

Controleer of de leerlingen minsommen kunnen rekenen met de tafel van 6 door hen de volgende vragen te stellen:
- Kun je de getallen in een tafelsom ook omdraaien?
- Wat betekent 6x7? Kun je een voorbeeld noemen?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met een som met een afbeelding, waarbij de de getallen zijn omgekeerd. Daarna moeten ze een som handig uitrekenen en tot slot oefenen ze met een verhaalsom.

Afsluiting

Je laat de leerlingen nog een som maken met visuele ondersteuning, daarna doen ze nog een kale som en vervolgens beantwoorden ze nog een verhaaltjessom. Tot slot kun je nog een balspel spelen. Je gooit een bal naar een leerling en noemt daarbij een keersom. De leerling die hem vangt geeft antwoord en gooit de bal terug.