Rekenen met bedragen met een eenvoudige breuk

Rekenen met bedragen met een eenvoudige breuk

Open deze lesJe kan Gynzy gratis uitproberen.
Rekenen met bedragen met een eenvoudige breuk
Teacher
Kids

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Algemeen

De leerlingen kunnen rekenen met eenvoudige breuken met hele bedragen.

Belang

Het is handig om dit te leren, omdat je zo kunt uitrekenen hoeveel een deel kost of alles kost.

Introductie

Laat de leerlingen de deeltafels op tempo maken. Schuif een vak opzij en zet de timer aan. Vervolgens laat je de antwoorden controleren door het afdrukvlak op de antwoorden weg te schuiven. Dit kun je ook doen met het tweede vak.

Instructie

Bespreek het belang van het kunnen rekenen met eenvoudige breuken met hele bedragen. Leg kort dat een breuk uit een teller en een noemer bestaat. Vervolgens leg je uit wat een stambreuk en een niet-stambreuk is. Laat de som met de pizza zien. Leg uit dat je wilt weten hoeveel je moet betalen voor 3//4 pizza. Om dit uit te rekenen deel je de pizza door de noemer. Dus je deelt door 4. Je deelt dus € 16 door 4. 1//4 stuk kost dus 4 euro. Nu vermenigvuldig je met de noemer. 4 × 3 = 12. Dus 3//4 pizza kost dus € 12. Laat de leerlingen de twee sommen maken om te controleren om ze kunnen rekenen met eenvoudige breuken met hele bedragen. Leg vervolgens uit hoe je een deel kan uitrekenen als ze in een tabel staan. Laat ook hier zien dat je eerst het totaal deelt door de noemer om te weten hoeveel het deel kost. Dus 18 : 6 = 3. Vervolgens maken de leerlingen weer twee sommen. Nu de leerlingen weten hoe ze een deel moeten uitrekenen, laat je nu zien hoe je het totaal kan uitrekenen als je alleen weet hoeveel een deel kost. Laat zien dat 2//5 van de pizza 8 euro kost. Om te weten hoeveel de hele pizza kost, reken je eerst terug naar de stambreuk. Deel dus het bedrag door de teller. In dit geval is dat 2. Dus 8 : 2 = 4. Vervolgens vermenigvuldig je met de noemer. Dus 4 × 5 = 20. De hele pizza kost dus € 20. Controleer of de leerlingen het kunnen toepassen met de volgende twee sommen.

Controleer of de leerlingen kunnen rekenen met eenvoudige breuken met hele bedragen, door de volgende vraag te stellen:
- Welke stappen gebruik je om eenvoudige breuken uit te rekenen?

Inoefening

De leerlingen maken eerst een opgave waarbij ze moeten uitrekenen hoeveel het deel kost. In de volgende opgave rekenen ze uit hoeveel het totaal kost. In de derde opgave reken ze het deel uit, waarbij de bedragen in een tabel staan.

Afsluiting

Bespreek met de leerlingen nogmaals het belang van het kunnen rekenen met eenvoudige breuken met hele bedragen. Als afsluiting maken de leerlingen nog twee sommen.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben het rekenen met eenvoudige breuken met hele bedragen eerst oefenen met het herkennen van eenvoudige breuken met behulp van afbeeldingen, cirkels en stroken.

Instructiemateriaal

In de les kunnen 'echte materialen' gebruik worden om te verdelen, zoals een taart of cake.

Over Gynzy

Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!