Optellen t/m 10.000 zonder overschrijding

Algemeen

De leerlingen leren het optellen tot en met 10 000 zonder overschrijding.

Belang

Het is belangrijk dat je kunt optellen tot en met 10 000, omdat je zo sommen met grote getallen kunt oplossen.

Introductie

Laat de leerlingen de drie spring-sprong-sommen uitrekenen.

Instructie

Herhaal kort de begrippen duizendtal, honderdtal, tiental en eenheden. Vervolgens leg je uit hoe je kunt optellen tot 10 000 zonder overschrijding. Leg uit dat je eerst kijkt hoeveel kubussen van 1000 je hebt. Vervolgens tel je die bij elkaar op (2000). Daarna tel je de vlakken met de honderdtallen bij elkaar op (200 + 400 = 600). Nu tel je de tientallen op (30 + 10 = 40). Als laatste tel je de eenheden (0). Nu tel je alle getallen bij elkaar op: 2000 + 600 = 40 + 0 = 2640. Oefenen samen met de leerlingen de volgende som en vul hem in. Laat de leerlingen hardop verwoorden hoe ze de som oplossen. De volgende sommen maken de leerlingen zelfstandig. Vervolgens herhaal je de stappen van het optellen bij een kale som. Vervolgens oefen je weer een som met de leerlingen. De sommen worden weer zelfstandig gemaakt worden. Bij de verhaalsom laat je de leerlingen eerst de sommen uit het verhaal halen. Vervolgens tellen ze de duizendtallen, de honderdtallen, de tientallen en de eenheden bij elkaar op. Daarna laat je de leerlingen nog twee verhaalsommen zelfstandig maken.

Controleer of de leerlingen kunnen optellen tot en met 10 000 zonder overschrijding met de volgende vraag:
- Hoe reken jij handig een som als deze (4253 + 1145 = ) uit?
- Welke stappen gebruik je daarbij?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met optellen tot en met 10 000 zonder overschrijding met een visuele ondersteuning. Bij de volgende opgave krijgen ze alleen de kale som. De derde opgave is een verhaalsom.

Afsluiting

Bespreek met de leerlingen het belang van het kunnen optellen tot en met 10 000 zonder overschrijding. Als afsluiting kun je de leerlingen hun eigen spring-sprong-sommen laten maken, door een trampoline en een figuurtje naar het rechter vak te slepen en de som uit te laten rekenen.

Aandachtspunten

Leerlingen die moeite hebben met het optellen tot en met 10 000 zonder overschrijding, kunnen eerst oefenen met het optellen van getallen in sprongen van 10, 100 en 1000 tot en met 10 000. Laat ze vervolgens een getal erbij tellen, bijvoorbeeld 1200, met de juiste sprongen.

Instructiemateriaal

MAB-materiaal