Optellen t/m 100 cent

Algemeen

Leerlingen leren optellen tot en met 100 cent.

Belang

Het is handig als je kunt optellen met bedragen. Zo weet je bijvoorbeeld hoeveel de snoepjes samen kosten.

Introductie

Leg een bedrag tot 100 cent neer. Laat de leerlingen bepalen welk bedrag er ligt.

Instructie

Tijdens deze instructie kun je de leerlingen een geldbakje geven, zodat ze meteen alle bedragen op hun tafel kunnen leggen en zo direct de stappen met de munten mee kunnen oefenen. Laat zien dat 1 euro uit 100 eurocent bestaat. Leg uit dat je bij het optellen met hele bedragen eerst gaat tellen hoeveel je hebt. In dit geval is dat 25 cent. Vervolgens tel je hoeveel erbij komt. Dat is 50 cent. Laat zien dat je nu de som 25 cent + 50 cent kunt maken. Reken nu de som uit door eerst de tientallen bij elkaar op te tellen en daarna de eenheden er bij op te tellen. Gebruik bij de volgende som de stappen om samen met de leerlingen de bedragen bij elkaar op te tellen. Daarna laat je de leerlingen twee sommen zelfstandig maken. Laat de som 55 cent + 45 cent zien. Doorloop de stappen om de getallen bij elkaar op te tellen. Daarna oefen je samen met de leerlingen de som met de peer en appel. Laat de volgende twee sommen zelfstandig maken. Bij de verhaalsom laat je zien dat je eerst de getallen uit het verhaal gaat halen en daarmee de som maakt: 65 cent + 30 cent = 95 cent. De volgende twee verhaalsommen maken de leerlingen zelfstandig.

Controleer of de leerlingen kunnen optellen tot en met 100 cent met de volgende vraag:
- Waarom is het handig om te kunnen optellen met geld?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met het optellen tot en met 100 cent met behulp van euro's die ze kunnen tellen. Bij de volgende opgave moeten ze de bedragen van twee prijskaartjes bij elkaar optellen. De derde opgave is een verhaalsom.

Afsluiting

Bespreek met de leerlingen het belang van het kunnen optellen tot en met 100 cent. Als afsluiting kun je de leerlingen twee dingen laten kopen bij het marktkraampjes. Laat ze de groente of fruit naar de vakken slepen, de som maken en uitrekenen.

Aandachtspunten

Leerlingen die moeite hebben met het optellen van geldbedragen tot en met 100 cent, kunnen gebruikmaken van een geldbakje. Laat ze eerst oefenen met het optellen van bedragen met tientallen.

Instructiemateriaal

Geldbakjes met muntstukken van 5, 10, 20, 50 cent en 1 euro.