8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
De leerlingen leren optellen met kommagetallen met 1 of 2 decimalen. Ook leren ze hoe ze een som uit een verhaal kunnen halen.
Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is dat ze optelsommen met kommagetallen met 1 of 2 decimalen kunnen uitrekenen, omdat ze dan bijvoorbeeld kunnen uitrekenen hoeveel iets samen weegt, kost of lang is.
De leerlingen oefenen met de plaats van kommagetallen op de getallenlijn. Dit doen ze door een lijn van het getal naar de juiste plek op de getallenlijn te trekken.
Met behulp van de getallenlijn leg je uit hoe je kommagetallen met 1 decimaal bij elkaar kunt optellen. Laat zien dat je het eerste getal (56,2) heel laat en het tweede getal (31,7) opsplitst in 31 en 0,7. Vervolgens tel je met behulp van de getallenlijn eerst de 31 er bij op. Daarna tel je de 0,7 er bij op. Dan volgt een andere oplossingsmanier. Hierbij laat je zien dat je beide getallen van de som opsplitst in getallen voor de komma en getallen na de komma. In het geval van de som 56,2 + 31,7 wordt de eerste som: 56 + 31 en de tweede som: 0,2 + 0,7. Reken deze twee sommen uit en vervolgens tel je de uitkomsten bij elkaar op om tot het antwoord te komen. Bij de volgende oefening controleer je of de leerlingen het optellen met 1 decimaal kunnen toepassen. Dan volgt er instructie over optelsommen met kommagetallen met 2 decimalen. Hier wordt de som 42,83 + 27,55 op beide manieren uitgelegd. Controleer met de oefening of de leerlingen de sommen met 2 decimalen kunnen uitrekenen. Benadruk dat ze bij de sommen kijken welke manier zij het handigste vinden om de som uit te rekenen.
Dan volgen er oefeningen in een verhaalvorm. Laat in de som met de cola flessen zien welke stappen je gebruikt bij een verhaalsom. Laat zien dat je eerst de getallen uit het verhaal haalt om de som te maken. Pas daarna ga je de som uitrekenen. In de volgende oefening los je samen met de leerlingen de som op. Laat daarbij de leerlingen de stappen benoemen. Als laatste controleer je of de leerlingen zelf de stappen kunnen toepassen op de verhaalsom. Vervolgens rekenen ze de som uit.
Controleer of de leerlingen de instructie begrepen hebben met de volgende vragen:
- Op welke handige manieren kun je een som met 1 of 2 decimalen uitrekenen?
- Welke manier vind jij handig?
- Hoe pak je een verhaalsom aan?
- Welke stappen gebruik je daarbij?
De leerlingen oefenen eerst met een optelsom met 1 decimaal achter de komma. Vervolgens maken ze een optelsom met 2 decimalen achter de komma. In de derde oefening moeten ze de optelsom met kommagetallen uit een verhaal halen en uitrekenen.
Controleer of de leerlingen kunnen vertellen op welke manieren ze een optelsom met kommagetallen met 1 of 2 decimalen kunnen aanpakken. Laat leerlingen ook uitleggen hoe ze een verhaalsom aanpakken en welke stappen daar bij horen. Met de sommen controleer je of de leerlingen het begrijpen. Benadruk dat ze de manier kiezen die voor hun het handigste is. In de laatste oefening maken de leerlingen zelf optelsommen met kommagetallen. Laat een leerling eerst een figuur kiezen. Vervolgens wordt dit figuur op de nul gezet. Bepaald nu naar welk nummer het figuur gaat springen. Spring naar dit getal toe en schrijf hem op. Nu komt de tweede sprong. Je begint weer bij nul. Na de tweede sprong maak je de som en reken je hem uit.
Bijvoorbeeld: De eerste sprong komt op 0,4 uit. De tweede sprong komt op 24,5 uit. De som wordt nu: 0,4 + 24,5 = 24,9.
Leerlingen die moeite hebben met het optellen van de kommagetallen met 1 of 2 decimalen oefenen met het plaatsen van kommagetallen op de getallenlijn. Kies vervolgens een kommagetal uit met 1 decimaal en laat de leerling er telkens 0,1 bij doen of eraf halen. Oefen ook de overgang van 0,9 naar 1 en andersom. Als dit lukt kan hetzelfde gedaan worden met kommagetallen met 2 decimalen.
Getallenlijn
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.