Optellen met drie of meer kommabedragen t/m 1000 euro

Algemeen

Leerlingen leren optellen tot met 1000 euro met drie of meer kommabedragen.

Belang

Het is handig als je kunt optellen met meerdere bedragen. Zo weet je hoeveel het in totaal kost.

Introductie

Laat de leerlingen het geld optellen en de uitkomst uitrekenen.

Instructie

Laat de som met drie kommabedragen zien. Leg uit dat je eerst telt hoeveel euro je hebt. Tel vervolgens hoeveel geld er bij komt. Vervolgens maak je de som: € 411,60 + 165,15. Tel van de euro's eerst de honderdtallen, dan de tientallen en eenheden op. Vervolgens tel je de centen bij elkaar op. De uitkomsten van de twee sommen tel je bij elkaar op: € 576 + € 0,75 = € 576,75. Nu tel je bij het derde bedrag hoeveel erbij komt. Maak de som en reken hem uit: €576,75 = € 111,90 = € 688,95. Oefen bij de volgende som het optellen van drie kommabedragen samen met de leerlingen. De volgende som maken de leerlingen zelfstandig. Leg uit dat je bij het optellen van meerdere kommabedragen, je groepjes kunt maken van twee getallen die handig bij elkaar op te tellen zijn. Bij deze som zou je eerst € 275,25 + € 125,75 handig kunnen optellen. Tel hier weer eerst de honderdtallen, dan de tientallen, dan de eenheden en dan de centen bij elkaar op. Vervolgens tel je de andere twee getallen bij elkaar op (€ 350,05 + € 140,05). De uitkomsten van de sommen tel je bij elkaar op voor het antwoord. Oefenen samen met de leerlingen het optellen van drie of meer kommabedragen. De volgende drie sommen maken de leerlingen zelfstandig. Laat de som met de bon van de winkel zien. Leg uit dat je eerst de getallen die je nodig hebt uit het verhaal haalt. Vervolgens maak je de som en reken je hem uit. De volgende twee sommen maken de leerlingen zelfstandig.

Controleer of de leerlingen kunnen optellen tot met 1000 euro met drie of meer kommabedragen met de volgende vraag:
- Op welke manieren kun je handig drie of meer kommabedragen bij elkaar optellen?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met het optellen tot met 1000 euro met drie of meer kommabedragen met een opgave met geld dat ze kunnen slepen. Bij de volgende opgave krijgen ze alleen de som te zien. De derde opgave is in een verhaalvorm.

Afsluiting

Bespreek met de leerlingen het belang van het kunnen optellen tot met 1000 euro met drie of meer kommabedragen. Als afsluiting laat je de leerlingen in groepjes de rekenboom laten maken. Eventueel kun je er een wedstrijd van maken door te kijken welk groepjes als eerste alle juiste antwoorden heeft.

Aandachtspunten

Leerlingen die moeite hebben met het optellen tot en met 1000 euro met drie of meer kommabedragen, kunnen gebruik maken van een geldbakje. Laat hen eerst een geldbedrag neerleggen wat ze al hebben, vervolgens leggen ze het geld neer wat erbij komt. Laat ze nu het geld bij elkaar optellen. Oefen dit eerst met het optellen van twee kommabedragen, vervolgens kun je dit uitbreiden naar drie of meer kommabedragen.

Instructiemateriaal

Geldbakje met muntstukken van 5, 10, 20 en 50 cent. 1 en 2 euro en briefgeld van 5, 10, 20, 50, 100 en 200 euro.