Omrekenen van uren en minuten

Algemeen

De leerlingen leren om uren en minuten om te rekenen naar minuten en andersom.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is dat je uren en minuten kunt omrekenen en andersom, omdat je het dan naar een logische tijdseenheid kunt omzetten.

Introductie

De leerlingen leggen het verband tussen uren en minuten. Dit doen ze door bij elke klok aan te geven hoeveel minuten er bij een heel uur, een half uur, een kwartier en drie kwartier horen.

Instructie

Bespreek het belang van het omrekenen van uren en minuten en andersom. Vraag aan de leerlingen hoe ze van 85 minuten kunnen omrekenen naar uren en minuten. Leg vervolgens uit dat je eerst de hele uren eruit gaat halen. Dus 85 splits je in 60 minuten en 25 minuten. Een heel uur is 60 minuten. Dus 85 minuten is 1 uur en 25 minuten. Vervolgens leg je uit dat je eerst alle hele uren uit de tijd haalt tot je alleen nog losse minuten overhoudt. Laat zien dat je uit 132 minuten 2 keer 60 minuten (of 2 uren) kunt halen. Je houdt nu nog 12 minuten over. De uitkomst is dus 2 uur en 12 minuten. Controleer met de volgende som of de leerlingen de tijden in de juiste volgorde van de kortste naar de langste tijd kunnen slepen. Vervolgens doen de leerlingen dit nog een keer maar dan van lang naar kort. Daarna volgen twee meerkeuzesommen en twee invulsommen. Vraag nu hoe de leerlingen een tijd met uren en minuten kunnen omrekenen naar minuten. Laat zien dat je van 1 uur weer 60 minuten maakt. Deze 60 minuten tel je bij de losse minuten (46) op. De som wordt dan 60 + 46 = 106 minuten. Laat de leerlingen de volgende sommen maken.

Controleer of de leerlingen uren en minuten kunnen omrekenen door de volgende vraag te stellen:
- Welke stappen kun je gebruiken om van minuten om te rekenen naar uren en minuten?

Inoefening

In de eerste opgave slepen de leerlingen de tijden die even lang duren naar het juiste vak. Bij de tweede opgave slepen de leerlingen de tijden in de goede volgorde van kort naar lang. En bij de derde opgave rekenen ze de tijd om naar uren en minuten.

Afsluiting

Bespreek nogmaals het belang van het kunnen omrekenen van uren en minuten naar minuten en andersom. Als afsluiting proberen leerlingen het aantal minuten te achterhalen. Luister eerst naar de drie cijfers door op de speaker te tikken. Laat de leerlingen uitrekenen in welke volgorde de drie cijfers moeten staan om overeen te komen met de tijd in uren en minuten.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met het omrekenen van uren en minuten eerst oefenen met het aantal minuten in 1 uur. Benadruk dat een uur uit 60 minuten bestaat. Maak duidelijke dat je voor elke uur er dus 60 bij moet tellen of af moet halen. Oefen zo telkens met 1 uur meer of minder.