Koppelen van analoge klokken aan digitale klokken met halve uren

Algemeen

Leerlingen leren de digitale en analoge klokken met halve uren aan elkaar te koppelen, door de tijd van de klok af te lezen en de klok zelf te zetten.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is om analoge en digitale klokken te kunnen koppelen, omdat je zo op verschillende manieren dezelfde of andere tijden kunt aflezen en zetten.

Introductie

Leerlingen kunnen analoge en digitale klokken met halve uren aflezen.

Instructie

Eerst bespreek je het belang van het koppelen van analoge en digitale klokken. Herhaal hoe halve uren op een analoge klok en een digitale klok eruit zien. Ook worden de dagdelen en hoge en lage tijden op de digitale klokken nog eens benoemd. Leg uit hoe je analoge klokken en digitale klokken met hoge tijden kunt koppelen. Leerlingen moeten er dan 12 uur bij optellen. Half 9 's avonds, dat zou dan in lage tijd 8.30 uur zijn. Daar tel je 12 uur bij op en dan kom je uit op 20.30. Leg uit dat leerlingen geen 12 uur optellen bij de 9, maar bij de 8. Model hoe je de digitale klok op dezelfde tijd zet als de analoge klok en andersom. Hierna kun je dit met de leerlingen oefenen door klokken te slepen, klokken te zetten of het juiste vakje weg te gummen. Er staat altijd bij de analoge klok om welk dagdeel het gaat.

Controleer of de leerlingen de klokken aan elkaar kunnen koppelen door de volgende vragen te stellen:
- Waarom tel je daar 12 uur bij op/af?
- Waar staat de grote/kleine wijzer op de analoge klok bij halve uren?
- Welk dagdeel hoort bij deze digitale klok?

Inoefening

Bij de inoefening moeten de leerlingen de analoge en digitale klokken kiezen met de juiste tijd.

Afsluiting

Bespreek met de leerlingen nogmaals het belang van deze les. Laat een leerling een van de klokken op het bord op een tijd zetten. De andere klokken kun je op een wisbordje/blaadje laten zetten. De leerlingen zetten hun klokje op dezelfde tijd maar op een andere klok dan de klok met de tijd op het bord. Laat uitleggen hoe het antwoord tot stand is gekomen. Bespreek verschillen (hoge en lage tijden). Eventueel kun je ook beide klokken gebruiken om de ene klok te laten zetten en de andere klok op dezelfde tijd te zetten.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met het koppelen van analoge klokken aan digitale klokken met halve uren eerst de halve uren op de analoge en digitale klok aflezen en zetten. Leg daarbij de betekenis van de wijzers van de analoge klok en de positie van de cijfers op de digitale klok nog een keer uit. Laat zien waar de uren staan en waar de minuten staan. Eventueel kunnen leerlingen in duo's met elkaar oefenen met het aangeven en aflezen van een analoge en digitale klok. Daarbij hoeven ze alleen de uren te wijzigen.

Instructiemateriaal

Analoge oefenklokken, digitale oefenklokken