8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Leerlingen leren het verband tussen minuten, kwartieren, halve uren en uren.
Bespreek met de leerlingen dat het handig is dat je het verband weet tussen minuten, kwartieren, halve uren en een uur, omdat je zo weet wat hetzelfde betekent.
Laat de zinnen zien en vraag wat moet worden ingevuld op de stippellijn. Sleep de juiste tekst naar de stippellijn.
Leg uit dat er 60 stukken op een klok staan. Elk stukje staat voor één minuut. Geef aan dat één uur bestaat uit 60 minuten (60 stukken). Laat met behulp van de klok zien dat de grote wijzer helemaal rond is gegaan als er één uur voorbij is. Geef vervolgens aan dat een half uur bestaat uit 30 minuten (30 stukken). Laat zien dat bij een half uur de grote wijzer een half rondje gaat. Bespreek daarna dat een kwartier bestaat uit 15 minuten (15 stukken). Bij een kwartier gaat de grote wijzer een kwart rond. Laat dit ook zien met behulp van de klok. Geef aan dat je op verschillende manieren kunt bepalen hoeveel halve uren in één uur zitten. Zo kun je dit bepalen met behulp van een klok. Ga na hoe vaak de wijzer een half rondje kan maken. Je kunt het ook bepalen aan de hand van de minuten. Als je weet dat een half uur bestaat uit 30 minuten en een uur uit 60 minuten, dan kun je twee keer een half uur bij elkaar optellen om tot één uur te komen. Bespreek daarna dat je op dezelfde manier kunt bepalen hoeveel kwartieren in een uur zitten. Kijk dus hoe vaak de grote wijzer een kwart rondje kan maken of ga na hoe vaak 15 minuten in 60 minuten past. Bespreek klassikaal een aantal vragen. Geef aan dat de leerlingen eventueel een klok kunnen gebruiken als hulpmiddel. Vervolgens maken de leerlingen een aantal opgaven. Leg vervolgens uit dat je bij het maken van een som eerst de kwartieren, halve uren of uren moet omrekenen naar minuten. In het voorbeeld reken je één half uur om, dit is 30 minuten. Vervolgens kun je eenvoudig de som uitrekenen. Laat de leerlingen de volgende sommen zelf uitrekenen.
Om te controleren of de leerlingen het verband kennen tussen minuten, kwartieren, halve uren en uren, kun je de volgende vragen stellen:
- Uit hoeveel minuten bestaat 1 kwartier, 1 half uur en 1 uur?
- Hoeveel kwartieren zitten er in 1 half uur? En in 1 uur?
De leerlingen oefenen eerst met hoeveel minuten er in 2 kwartieren zitten. Vervolgens rekenen ze een som uit, waarbij het handig is om eerst het halve uur en het uur om te rekenen naar minuten.
Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het handig is als je het verband kent tussen minuten, kwartieren, halve uren en uren. Je controleert of de leerlingen deze verbanden kennen door de puzzelstukken naar de juiste plekken te slepen. Daarna rekenen ze uit welke getallen onder de klokken staan. Sleep de klokken weg om de antwoorden te controleren.
Wanneer leerlingen moeite hebben met het verband tussen minuten, kwartieren, halve uren en uren, kun je hen eerst laten oefenen met behulp van een klok. Laat hen tellen hoeveel stukken er zijn bij een kwartier, een half uur en een uur. Wanneer leerlingen goed weten uit hoeveel minuten een of meerdere kwartieren/halve uren of een uur bestaat, laat je hen oefenen zonder klok.
Klokken.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.