Kennen van de getallen t/m 50

Algemeen

De leerlingen leren de getallen 21 t/m 100 herkennen aan de hand van de uitspraak en kunnen de getallen noteren. Ze leren zowel de notatie, de uitgesproken als de geschreven vorm.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat je overal om je heen getallen tegenkomt en dat het daarom belangrijk is dat je ze herkent. Bijvoorbeeld als je wilt weten wat de maximale snelhed is en of je niet te hard rijdt.

Introductie

De leerlingen oefenen met het herkennen van getallen t/m 50. Je wijst de getallen in willekeurige volgorde aan en de leerlingen spreken ze hardop uit.

Instructie

Je wijst de tientallen t/m 100 aan en spreekt ze hardop uit. Laat de leerlingen de getallen hardop herhalen. Oefen vervolgens de uitspraak van verschillende getallen t/m 100. Wijs leerlingen erop dat je bij de uitspraak van getallen altijd begint met het tweede cijfer van het getal. Dit kun je goed zien aan het dikgedrukte gedeelte van de uitgeschreven getallen. Leg dan uit hoe het getal geschreven moet worden door de getallen 79 en 97 als voorbeeld te nemen. Deze getallen worden bij het schrijven makkelijk omgedraaid. Laat de leerlingen vervolgens oefenen met het noteren van getallen. Weten de leerlingen het juiste getal aan te wijzen. Controleer de antwoorden door de hokjes te verslepen. Oefen vervolgens nog door de getallen willekeurig uit te spreken en een leerling het goede antwoord te laten omcirkelen.

Controleer of de leerlingen het begrepen hebben door de volgende vragen te stellen:
- Waar kun je deze getallen tegenkomen?
- Kun je daar een voorbeeld van geven? (kilometerteller, producten, weegschaal).

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst door een visueel getal aan een uitgesproken getal te koppelen. Daarna door een uitgesproken getal aan een visueel getal te koppelen en vervolgens door een uitgeschreven getal te noteren als abstract getal.

Afsluiting

Bespreek met de leerlingen waarom het handig is om de getallen t/m 100 te herkennen. Getallen kom je namelijk overal tegen. Bijvoorbeeld als je wilt weten wat de maximale snelheid is en of je niet te hard rijdt. Controleer of de leerlingen het begrepen hebben door de uitgeschreven getallen naar de juiste getallen te slepen.

Aandachtspunten

Met de leerlingen die nog moeite hebben, kun je eerst de uitspraak en schrijfwijze van getallen t/m 50 oefenen. De leerlingen die al verder zijn, kun je de getallen t/m 1000 laten benoemen en noteren.