Introductie van inhoud

Algemeen

De leerlingen krijgen een introductie van inhoud.

Belang

Het is belangrijk om te weten wat inhoud is. Zo kun je bepalen waar meer water in kan. Dit is bijvoorbeeld handig als je zo veel mogelijk water mee wilt nemen tijdens de wandeling.

Introductie

Vraag de leerlingen wat zij al weten over inhoud. Kunnen ze dit uitleggen en weten ze een aantal voorwerpen waar je water in kunt doen?

Instructie

Leg uit dat inhoud een maat is om aan te duiden hoeveel water er in iets kan. Er kan meer water in de wasmachine dan in de fles, dus is de inhoud van de wasmachine groter. Vertel de leerlingen dat ze in moeten beelden hoe groot de put en de soepkom in het echt zijn. Beeld nu in dat je er water in zou doen. Er kan dan meer water in de put dan in de soepkom, dus heeft de put meer inhoud. Vraag vervolgens wat op de stippellijn moet komen te staan. Benadruk dat de leerlingen moeten inbeelden hoe groot het voorwerp in het echt is. Laat de leerlingen de volgende oefeningen zelfstandig maken. Leg vervolgens uit dat om de voorwerpen op de juiste volgorde te zetten je eerst gaat kijken waar het minst in kan. Deze sleep je naar de eerste plaats. Dan kijk je van de overgebleven voorwerpen waar het minst in kan. Deze sleep je naar de tweede plaats. Bespreek dan samen op welke plaats de laatste twee voorwerpen nog moeten komen. Geef de leerlingen een aantal voorwerpen waar water in zit, bijvoorbeeld een beker, een dop van een fles, een potje, een fles etc.. Vraag aan de leerlingen in welk voorwerp meer water zit. Kijk dan of ze het goed hebben door het water van beide voorwerpen in twee gelijke maatbekers te gieten. Vervolgens laat je de leerlingen de volgende oefeningen zelfstandig maken waarbij ze de afbeeldingen in de juiste volgorde moeten zetten.

Controleer of de leerlingen weten wat inhoud is door de volgende vraag te stellen:
- Hoe kun je bepalen of ergens meer of minder water in kan?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met bepalen waar minder water in zit, daarna met het bepalen waar het meeste water in zit en ten slotte met het op volgorde zetten van 3 voorwerpen.

Afsluiting

Bespreek nogmaals het belang van het weten wat inhoud is. Laat de leerlingen als afsluiting op beide draaiknoppen klikken. Laat ze dan bepalen in welk voorwerp meer zou kunnen.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met het weten wat meer inhoud heeft oefenen met echte voorwerpen. Laat ze water in de voorwerpen gieten en vervolgens in gelijke maatbekers om de hoeveelheden te kunnen vergelijken.

Instructiemateriaal

Voorwerpen waar je water in kan gieten en maatbekers met gelijke inhoud.