Herkennen van getallen als knooppunt t/m 100

Algemeen

De leerlingen leren getallen herkennen als knooppunt tot en met 100.

Belang

Het is handig om getallen te herkennen als knooppunt, omdat je zo kunt herkennen welke sommen hetzelfde antwoord hebben.

Introductie

De leerlingen maken de sommen uit de tafel van 7, 8 en 9.

Instructie

Leg uit dat verschillende soorten sommen als uitkomst hetzelfde getal kunnen hebben. Laat zien dat het getal 36 de uitkomst is van een plussom als 12 + 12 + 12. Maar 36 kan ook de uitkomst zijn van een keersom, zoals 6 × 6. Laat nu het getal 49 zien. Leg uit dat de sommen 100 - 51 en 20 + 20 + 9 allebei als uitkomst 49 hebben. Laat de leerlingen nu nog meerdere sommen bedenken met +, -, × of : . Laat de leerlingen nu de juiste drie sommen naar het getal slepen. Vervolgens laat je de leerlingen zoveel mogelijk verschillende sommen bedenken bij het getal 35. Deze sommen kun je op het bord er bij schrijven. Laat de leerlingen de volgende twee sommen zelfstandig oplossen.

Controleer of de leerlingen getallen herkennen als knooppunt tot en met 100, door de volgende vraag te stellen:
- Welke sommen kun je bedenken bij de uitkomst 21?

Inoefening

De leerlingen maken opgaven waarbij ze moeten aangeven welke sommen hetzelfde antwoord geven. Eerst moeten ze twee antwoorden kiezen, vervolgens moeten ze drie antwoorden kiezen.

Afsluiting

Bespreek nogmaals het belang van het herkennen van getallen als knooppunt. Als afsluiting laat je zien dat de monsters de uitkomsten en wat getallen uit de sommen hebben opgegeten. Laat de leerlingen met behulp van de drie sommen achter elk monster uitzoeken wat de uitkomst moet zijn. Als ze de uitkomst hebben, maken ze de drie sommen weer kloppend door de missende getallen in te vullen. Je kunt het monster wegslepen om de uitkomst te zien. Herhaal hetzelfde bij het andere monster.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben getallen herkennen als knooppunt tot en met 100, eerst oefenen met het herkennen van getallen als knooppunt tot en met 20.