Gepast betalen van hele bedragen t/m 10 euro

Algemeen

Leerlingen kunnen hele geldbedragen met munten en biljetten tot en met 10 euro gepast betalen.

Belang

Het is belangrijk dat je hele geldbedragen tot en met 10 euro gepast kunt betalen, zodat je weet welke munten en welk biljetten je nodig hebt als je iets gaat kopen.

Introductie

Laat de munten op het bord zien. Leg uit dat er iets raars met de munten aan de hand is. De cijfers kloppen niet. Kunnen de leerlingen de juiste waarde (het juiste cijfers) aan de juiste munt koppelen? Door het vakje met het cijfer weg te slepen, kun je het antwoord laten zien.

Instructie

Bespreek met de leerlingen het belang van het gepast kunnen betalen van hele geldbedragen met munten en biljetten tot en met 10 euro. Leg uit dat bij gepast betalen het niet uitmaakt met welke munten er betaald wordt zolang het bedrag maar gepast is. Oefen vervolgens met de leerlingen een aantal bedragen. Je kunt de leerlingen bakjes met munten en biljetten geven, zodat ze tijdens de les zelf de bedragen op hun tafel kunnen leggen. Vervolgens leg je uit dat bij gepast betalen met zo min mogelijk munten eerst de grootste munt of het grootste biljet kiest die het dichtste bij het bedrag komt. Daarna kijk je wel munt of biljet er dan het dichtste bij ligt, tot je het bedrag gepast hebt. Oefen vervolgens met de leerlingen een aantal bedragen, waarbij ze met zo min mogelijk munten en/of biljetten gepast moeten betalen.
Om te controleren of leerlingen hele bedragen tot en met 10 euro gepast kunnen betalen, kun je de volgende vraag stellen:
- Hoe weet je welke munten of biljetten je moet kiezen om een bedrag samen te stellen?

Inoefening

De leerlingen oefenen met het gepast betalen van hele bedragen tot 10 euro. Eerst oefenen ze met een rond bedrag daarna met willekeurige bedragen.

Afsluiting

Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het belangrijk is om hele geldbedragen tot en met 10 euro gepast te kunnen betalen, omdat je zo weet welke munten of biljetten je nodig hebt als je iets gaat kopen. Controleer of de leerlingen het juiste bedrag kunnen leggen voor de pot knikkers. Als afsluiting mogen leerlingen het rad laten draaien. Je kunt zelf de bedragen invullen in de verschillende vakken. Je kunt dit ook leerlingen laten doen. Vervolgens laat je rad draaien. Kijk naar de kleur van het vak om te kijken wel bedrag je moet leggen. Laat de leerlingen dit bedrag op hun tafel leggen. Vervolgens mag een andere leerling het rad draaien.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met het gepast betalen van hele bedragen tot 10 euro eerst oefenen met het optellen tot en met 10. Als dat lukt kun je ze met muntjes ronde bedragen laten leggen. Laat deze leerlingen de munten op tafel leggen om het visueel te maken.

Instructiemateriaal

Bakjes met munten (1 euro en 2 euro) en biljetten (5 euro en 10 euro)