Dubbelen t/m 200

Algemeen

Ik kan dubbelen t/m 200.

Belang

Door te dubbelen kan ik handiger en sneller een som uitrekenen.

Introductie

Je kiest willekeurig een aantal leerlingen om de ballonnen op de getallen van 1 t/m 200 te verslepen. Daarna vraag je een leerling om het dubbele van een getal van 1 t/m 10 te geven?

Instructie

Je bespreekt het belang van dubbelen en wat dubbelen inhoudt. Dan duik je in de visuele uitleg. Je laat het dubbelen van de getallen 1 t/m 100 op het bord zien met blokjes en flesjes, daarna oefen je met de leerlingen door hen op het bord lijnen te laten tekenen van een getal t/m 100 naar het dubbele op de getallenlijn tot en met 200. Vervolgens laat je hen oefenen met het verdubbelen van alleen een getal waar wel visuele instructie onder het afdekvlak zit. Dan bespreek je het dubbelen tot en met 200 met alleen getallen: abstract. Je legt uit dat de leerlingen alles x2 kunnen doen of twee keer hetzelfde getal bij elkaar kunnen optellen wanneer ze dubbelen. Vervolgens gaan leerlingen zelf sommen oefenen met de abstracte sommen op het bord. Bespreek daarna hoe leerlingen een verhaalsom kunnen oplossen met het verdubbelend tot en met 200 door het stappenplan te doorlopen waarbij leerlingen eerst kijken naar wat er gevraagd wordt, dan de getallen zoeken die nodig zijn, dan de som benoemen en deze tot slot uitrekenen. Vervolgens oefen je dit ook samen met de leerlingen.

Controleer of de leerlingen sommen van verdubbelen tot en met 200 kunnen maken met de vragen:
- Waarom is het handig om te kunnen verdubbelen tot en met 200?
- Wat doe je steeds als je het dubbele van een getal moet uitrekenen?

Inoefening

Je oefent samen met de leerlingen een som met visuele ondersteuning, daarna doe je samen een abstracte som en vervolgens maak je samen met de leerlingen een verhaaltjessom.

Afsluiting

Je maakt met de leerlingen nog een visuele som, abstracte som en een verhaaltjessom. Daarna speel je een spel. Je gaat met de klas in een kring zitten of staan. Een leerling krijgt de bal. De leerling met de bal vraagt bijvoorbeeld ‘wat is het dubbele van 49’ en gooit een bal naar een andere leerling. De leerling vangt de bal, noemt het antwoord en speelt de bal met een vraag door naar iemand anders.

Aandachtspunten

Wanneer leerlingen moeite hebben met dit doel, kun je hen eerst laten oefenen met de telrij tot en met 100 en daarna tot en met 200. Vervolgens kun je de leerlingen de getallen 1 tot en met 100 laten verdubbelen. Daarna kun je de leerlingen met concrete materialen de getallenlijnen laten neerleggen.

Instructiemateriaal

Een balletje