Delen van een getal t/m 1000 via de nulregel

Algemeen

De leerlingen leren het delen van een getal tot en met 1000 via de nulregel.

Belang

Het is belangrijk dat je kunt delen, omdat je zo weet hoe je iets eerlijk kunt verdelen.

Introductie

De leerlingen maken de deelsommen.

Instructie

Leg uit dat je bij deelsommen met een 0 eerst een hulpsom maakt. Dit doe je door de 0 weg te halen. 360 : 9 wordt dan 36 : 9. Vervolgens kijk je in de tafel van 9 voor de uitkomst. 36 : 9 = 4. Vervolgens zet je de 0 weer terug achter het antwoord, dus 360 : 9 = 40. Laat de leerlingen de drie deelsommen uitrekenen. Bij een som met meerdere nullen, maak je de hulpsom door aan beide kanten de 0 weg te halen. 540 : 60 wordt dan 54 : 6. Nu kijk je weer in de tafel van 6 voor het antwoord. 54 : 6 = 9. Benadruk dat het antwoord hetzelfde is als 540 : 60, omdat je aan beide kanten een 0 heb weggehaald. Vervolgens kun je aangeven welke nullen je weg kunt strepen door de oranje streep erop te slepen. Laat de leerlingen de drie deelsommen uitrekenen. Laat de tabel zien en leg uit dat je het getal uit de linkerkolom vermenigvuldigt met het getal in de bovenste rij. Het antwoord schrijf je in het vakje eronder. Laat de leerlingen de twee tabelsommen maken. Laat vervolgens de verhaalsom zien en loop samen met de leerlingen de stappen door. Vervolgens maken ze twee verhaalsommen zelfstandig.

Controleer of de leerlingen een getal tot en met 1000 kunnen delen via de nulregel, door de volgende vraag te stellen:
- Hoe reken jij handig 160 : 40 uit?

Inoefening

Eerst maken de leerlingen een deelsom waarbij ze één 0 weg moeten halen. Vervolgens maken ze een opgave waarbij ze aan beide kanten een 0 weghalen. De derde opgave is een tabelsom.

Afsluiting

Bespreek nogmaals het belang van het kunnen delen van een getal tot en met 1000 via de nulregel. Als afsluiting kun je de leerlingen in tweetallen de twee sommen laten oplossen. Laat daarna de leerlingen bepalen welke sommen wel en niet kloppen.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met het uitrekenen van een deelsom met een getal tot 1000 via de nulregel, eerst oefenen met deelsommen onder de 100. Laat ze daarbij de deeltafels oefenen. Vervolgens kun je het weghalen en terugzetten van de 0 oefenen.