Delen van een getal t/m 1000 door een getal <10 met rest

Algemeen

De leerlingen leren het het delen van een getal tot en met 1000 met rest.

Belang

Het is belangrijk dat je kunt delen met rest, omdat je zo weet hoeveel iedereen krijgt als je iets eerlijk verdeeld en hoeveel je dan overhoudt.

Introductie

Laat de leerlingen aangeven of de som waar of niet waar is.

Instructie

Leg uit dat je bij deelsommen met een getal tot en met 1000 met rest eerst kijkt welk getal uit de tafel van de deler het dichtst onder het deelgetal ligt. Bij de som 242 : 4 ga je opzoek naar de grootste hap die je kunt nemen. 6 × 4 = 24. Dus 60 × 4 = 240. Haal de 240 van de de 242 af. Je houdt nu nog 2 over. 2 kun je niet meer delen door 4. Dus 2 is je rest. Laat de leerlingen de deelsommen zelfstandig maken. Laat de som met Judith zien en reken de som uit via de stappen. Benadruk dat de rest uit 3 kinderen bestaat, die dus geen chocolade krijgen. Maar alle kinderen moeten een reep chocolade krijgen, dus koop je 1 verpakking extra. Daarom is je antwoord niet 43 rest 3, maar 44. Laat de leerlingen de volgende deelsommen weer zelfstandig maken. Doorloop samen met de leerlingen de stappen bij de verhaalsom. Laat de leerlingen de volgende twee verhaalsommen zelfstandig uitrekenen.

Controleer of de leerlingen een getal tot en met 1000 met rest kunnen delen, door de volgende vraag te stellen:
- Hoe reken jij handig 638 : 7 uit?

Inoefening

Eerst maken de leerlingen een deelsom met één getal. Vervolgens maken de leerlingen een verhaalsom met rest.

Afsluiting

Bespreek nogmaals het belang van het kunnen delen van een getal tot en met 1000 met rest. Als afsluiting kunnen de leerlingen met behulp van de te slepen objecten en de sommen een eigen containersom met rest maken.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met het delen van een getal tot en met 1000 met rest, eerst oefenen met de deeltafels en het delen door 1000 zonder rest.