Delen van een getal boven 1000 via de nulregel

Algemeen

De leerlingen leren het delen van een getal boven 1000 via de nulregel.

Belang

Het is belangrijk dat je kunt delen via de nulregel, omdat je zo op een handige manier grote deelsommen kunt oplossen.

Introductie

De leerlingen delen en vermenigvuldigen het middelste getal en schrijven de antwoorden links en rechts van het getal op.

Instructie

Leg uit dat je bij het delen via de nulregel je een 0 van de som af kunt halen of erbij kunt zetten. Gebruik het voorbeeld van 36 : 4 = 9. Komt er een 0 bij het deelgetal, dan wordt de uitkomst 10 keer zo groot (360 : 4). Komt er twee keer een 0 bij het deelgetal, dan wordt de uitkomst 100 keer zo groot (3600 : 4). Laat de leerlingen de volgende drie sommen zelfstandig uitrekenen. Laat nu de som 4800 : 6 = 800 zien. Leg uit dat als er een 0 bij de deler komt, de uitkomst 10 keer zo klein wordt (4800 : 60). Komt er twee keer een 0 bij de deler, dan wordt de uitkomst 100 keer zo klein (4800 : 600). Laat de leerlingen de volgende drie sommen zelfstandig uitrekenen. Laat de som 3200 : 800 zien. Laat ook hier zien wat er gebeurt als er een 0 bijkomt of je een 0 weghaalt. Laat de leerlingen de volgende drie sommen zelfstandig uitrekenen. Gebruik de tabel om te laten zien dat je het getal in de linkerkolom door het getal in de bovenste rij deelt. Het antwoord schrijf je in het vakje eronder op. Laat de leerlingen de volgende twee tabelsommen zelfstandig maken.

Controleer of de leerlingen een getal boven 1000 kunnen delen via de nulregel, door de volgende vraag te stellen:
- Wat gebeurt er met de uitkomst als er een 0 van de deler af gaat?

Inoefening

Eerst maken de leerlingen een deelsom waarbij er een 0 bijkomt. Vervolgens maken ze een opgave waarbij er twee nullen bijkomen. De derde opgave is een tabelsom.

Afsluiting

Bespreek nogmaals het belang van het kunnen delen van een getal boven 1000 via de nulregel. Als afsluiting laat je de leerlingen de sommen in orde maken, door de nullen er bij te slepen.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met het uitrekenen van een deelsom met een getal boven 1000 via de nulregel, eerst oefenen met deelsommen tot 1000. Laat ze daarbij het weghalen en terugzetten van de 0 oefenen.