Berekenen van een deel met een breuk

Algemeen

De leerlingen kunnen een deel van een hoeveelheid met een breuk berekenen.

Belang

Het is handig om dit te leren, omdat je zo met een breuk kunt uitrekenen hoeveel een deel van een hoeveelheid is.

Introductie

De leerlingen benoemen de breuk aan de hand van de breukenstrook.

Instructie

Bespreek kort dat een breuk uit een teller en een noemer bestaat. Leg uit dat als je een deel met breuk wilt berekenen je eerst uitrekent hoeveel 1 deel van het totaal is. Laat zien dat je dit kunt uitrekenen door het totaal te delen door de noemer: 64 : 8 = 8. Vervolgens wil je weten hoeveel dit is voor het aantal delen wat je hebt. Daarom vermenigvuldig je de hoeveelheid van 1 deel met de teller: 8 × 3 = 24. Doorloop samen met de leerlingen dezelfde stappen bij de som 6//9 van 81. Controleer met de volgende twee sommen of de leerlingen het deel met een breuk kunnen uitrekenen met de breukenstrook erbij. Laat nu zien hoe je 1//5 van 25 uitrekent. Je hoeft hier alleen te delen door de noemer, omdat je al het antwoord van 1 deel hebt. Bij 2//4 van 16, deel je door de noemer en vermenigvuldig je met de teller. Laat de leerlingen de volgende twee abstracte sommen maken. Eventueel is er ruimte om bij het nakijken van de sommen, de stappen op het bord er bij te schrijven. Vervolgens leg je uit hoe je een som in een verhaalvorm aanpakt. Benadruk dat je eerst de getallen uit het verhaal haalt om de som te maken.

Controleer of de leerlingen een deel met een breuk kunnen berekenen, door de volgende vraag te stellen:
- Welke stappen gebruik je om een deel met een breuk te berekenen?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met een opgave met de breukenstrook, vervolgens oefenen ze met een abstracte som. Als laatste krijgen ze een som in een verhaalvorm.

Afsluiting

Bespreek met de leerlingen nogmaals het belang van het kunnen berekenen van een deel met een breuk. Als afsluiting laat je de leerlingen uitrekenen wie de meeste snoepjes zou krijgen.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met berekenen van een deel met een breuk eerst oefenen met eenvoudige breuken. Laat zien hoe je het totaal door de noemer van de breuk deelt om te weten hoeveel de stambreuk waard is.