Bepalen van een kortingspercentage

Algemeen

Leerlingen kunnen het percentage berekenen bij een deel van het totaalbedrag.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het handig is om percentages met bedragen te kunnen berekenen, zodat je kunt uitrekenen hoeveel procent korting je krijgt of hoeveel procent het product duurder is geworden.

Introductie

Op het digibord staan een aantal breukenstroken en tabellen. De leerlingen moeten aangeven wat het percentage korting is.

Instructie

Laat de breukenstrook zien. Leg uit dat je dan kunt uitrekenen hoeveel procent het gedeelte van het bedrag is. Reken eerst 1% uit van het totaalbedrag 600. Dit is 6. Vervolgens reken je uit hoe vaak de uitkomst in het gedeelte van het bedrag past. Je deelt 240 door 6. Dit is 40%. Daarna oefenen de leerlingen met het berekenen van het percentage met behulp van een breukenstrook. Je kunt het percentage ook berekenen wanneer je de oude prijs en het kortingsbedrag weet. Bereken eerst 1% van de oude prijs. Daarna reken je uit hoe vaak deze uitkomst in het kortingsbedrag past. Laat de leerlingen oefenen met het berekenen van het percentage. Daarna leg je uit hoe je een som in verhaalvorm maakt en maken de leerlingen zelf sommen in verhaalvorm.

Om te controleren of leerlingen percentages met bedragen kunnen berekenen, kun je de volgende vraag stellen:
- Hoe bereken je het percentage?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met het berekenen van een percentage met behulp van een visuele ondersteuning. Daarna berekenen ze het percentage met enkel getallen. Vervolgens oefenen ze met een som in verhaalvorm.

Afsluiting

Je bespreek met de leerlingen nog eens dat het handig is om het percentage te kunnen berekenen bij een deel van het totaalbedrag, zodat je kunt uitrekenen hoeveel procent korting je krijgt of hoeveel procent een product duurder is geworden. Controleer of de leerlingen verschillende percentages kunnen berekenen door hen eerst zelfstandig de percentages te laten berekenen. Vervolgens laat je hen in tweetallen de antwoorden met elkaar vergelijken en eventueel percentages verbeteren.

Aandachtspunten

Leerlingen die moeite hebben met het berekenen van percentages met bedragen, oefenen eerst met behulp van een breukenstrook. Zo kunnen ze aflezen hoeveel procent korting het is. Laat de leerlingen eerst de verhoging of verlaging omrekenen naar 1%. Daarna kunnen ze het gedeelte van het bedrag vermenigvuldigen met deze uitkomst.