8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
De leerlingen leren aftrekken tot en met 100 met tientaloverschrijding met een getal onder de 10.
Het is belangrijk om af te kunnen trekken tot en met 100, zodat je weet hoeveel je van iets overhoudt.
Laat de leerlingen uitrekenen hoeveel blaadjes er van de boom zijn gevallen. Voorbeeld: Aan de boom zitten 44 bladeren. Er vallen er 7 af. Hoeveel bladeren zitten er nog aan de boom?
Bespreek met de leerlingen het belang van het aftrekken tot en met 100. Daarna wordt het leerdoel op drie manieren besproken: visueel, abstract en in een verhaalvorm. Met behulp van het menu (rechtsonder aan deze pagina's) kan snel gewisseld worden tussen de verschillende manieren. Zo kan de lengte van de instructie worden aangepast aan de behoefte van de groep.
Bij de visuele manier tel je eerst het aantal voorwerpen per getal op. Vervolgens leg je uit hoe je deze twee getallen van elkaar af gaat trekken. Laat zien dat je van 64 eerst naar het tiental gaat. Je trekt er dus 4 af. Je komt nu op 60. Vervolgens trek je er nog 3 af. Je antwoord is nu 57. De volgende som kun je samen met de leerlingen uitrekenen. Controleer daarna of de leerlingen de sommen kunnen oplossen. Bij de volgende som wordt de getallenlijn gebruikt. Laat zien hoe je via sprongen op de getallenlijn de getallen van elkaar aftrekt. Laat ook hier zien dat je eerst naar het tiental gaat en dan de rest er aftrekt. Daarna volgt de som zonder de getallenlijn. Controleer vervolgens of de leerlingen de sommen kunnen uitrekenen. Benadruk dat er verschillende manieren zijn om de sommen op te lossen. Bij de verhaalsom laat je zien welke stappen je gebruikt om hem op te lossen. Vervolgens controleer je of de leerlingen met behulp van de stappen de som kunnen oplossen.
Controleer of de leerlingen kunnen aftrekken tot en met 100 door de volgende vragen te stellen:
- Waarom is het handig om af te kunnen trekken tot en met 100?
- Welke manier gebruik jij om een aftreksom tot en met 100 uit te rekenen?
Eerst gaan de leerlingen aan de slag met een som die visueel wordt aangeboden. In de volgende oefening wordt alleen de kale som aangeboden. In de derde oefening moeten ze de som uit het verhaal halen en uitrekenen.
Controleer of de leerlingen de instructie hebben begrepen door te vragen op welke manier zij een aftreksom tot en met 100 uitrekenen. Benadruk dat het per leerling kan verschillen welke manier voor hem handig is.
Bij de laatste oefening rekenen de leerlingen de sommen uit om er achter te komen of de uitkomsten kloppen. Door het vakje achter de som weg te krassen kan gecontroleerd worden of de som goed of fout is. Als alle sommen zijn geweest, kun je aan de slag met het slepen van de antwoorden naar de goede som.
Leerlingen die moeite hebben met het aftrekken tot en met 100, kunnen eerst oefenen tot en met 50. Hier kan MAB-materiaal voor gebruikt worden om de getallen visueel te maken. Oefen met sommen met een overschrijding met getallen onder de 10. Vervolgens kan er geoefend worden met getallen boven de 10. Hier kan je de getallenlijn bij gebruiken.
MAB-materiaal, getallenlijn.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.