8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Leerlingen leren aftrekken tot en met 20 euro met drie of meer kommabedragen.
Het is handig dat je kunt aftrekken tot en met 20 met drie of meer kommabedragen, omdat je zo kunt uitrekenen hoeveel geld je nog over hebt als je meerdere dingen koopt.
Laat de leerlingen de sommen waarbij ze moeten aftrekken tot en met 20 euro uitrekenen en de uitkomst met de munten en biljetten neerleggen.
Tijdens deze les kun je de leerlingen een muntenbakje geven, zodat ze de sommen met muntjes op hun tafel kunnen leggen en gelijk mee kunnen rekenen.
Laat de som € 19,75 - € 12,20 - € 2,50 = zien. Leg uit dat je eerst € 12,20 eraf gaat halen. De som is dan € 19,75 - € 12,20. Laat zien welke munten eraf gaan. Je houdt dan € 7,55 over. Vervolgens haal je het tweede getal eraf: € 7,55 - € 2,50 = 5,05. Oefen de volgende som samen met de leerlingen. Daarna maken de leerlingen twee sommen zelfstandig. Laat de som 13 euro - 5 euro en 80 cent - 3 euro en 15 cent = zien. Leg uit dat het eerste getal aangeeft hoeveel euro je hebt. Haal weer eerst het tweede getal eraf. Benadruk dat je handig kunt rekenen door eerst de euro's en daarna de centen van elkaar af kunt halen. Vervolgens tel je de uitkomsten bij elkaar op. Je hebt nu € 7,20 over. Vervolgens haal je er nog € 3,15 vanaf. Benadruk dat je de som ook op andere manieren kan oplossen. Zo kun je ook eerst de bedragen die eraf gaan, eerst bij elkaar optellen. In dit geval tel je dus eerst € 5,80 + € 3,15 = € 8,95. Vervolgens haal je dit van het startbedrag af. De som wordt nu € 13 - € 8,95 = € 4,05. Bespreek daarna dat je er ook voor kunt kiezen om eerst het laatste getal eraf te halen. Zeker als deze getallen handiger van elkaar af te trekken zijn, zoals € 16,50 - € 6,50. Oefen samen met de leerlingen de volgende som. Benadruk dat de leerlingen dus kunnen kiezen met welke stappen ze de som willen oplossen. Daarna maken ze een som zelfstandig. Laat de verhaalsom zien. Haal eerst de getallen uit het verhaal en maak de som. Laat zien dat deze som wordt opgelost, door eerst de getallen bij elkaar op te tellen en die uitkomst van het startbedrag af te halen. Benadruk dat je de som, ook op andere manieren kunt oplossen. Laat de leerlingen de volgende twee sommen zelfstandig maken.
Controleer of de leerlingen kunnen aftrekken tot en met 20 euro met drie of meer kommabedragen, door de volgende vraag te stellen:
- Op welke manieren kun je deze som (€ 17,60 - € 5,35 - 2,10 =) handig uitrekenen?
De leerlingen maken eerst een opgave waarbij ze met munten aangeven hoeveel ze overhouden van €19. De tweede opdracht is een kale som, waarbij ze het bedrag in euro en cent moeten invullen. Bij de derde opgave moeten ze uitrekenen hoeveel ze overhouden na het kopen een kinderstoel en een donut.
Bespreek met de leerlingen het belang van het kunnen aftrekken tot en met 20 euro met drie of meer kommabedragen. Als afsluiting kun je de leerlingen één van de drie startbedragen laten kiezen. Vervolgens kiezen ze twee dingen uit die ze gaan kopen. Hoeveel geld houden zij over?
Leerlingen die moeite hebben met het aftrekken tot en met 20 euro met drie of meer kommabedragen kunnen eerst oefenen met het aftrekken tot en met 20. Gebruik vervolgens de uitkomst van de som om er nog een bedrag van af te halen. Hoeveel blijft er nu over? Laat vervolgens de leerlingen sommen met drie of meer bedragen zonder kommabedragen uitrekenen.
Muntenbakjes met muntstukken van 5 cent, 10 cent, 20 cent, 50 cent, 1 euro, 2 euro en biljetten van 5, 10 en 20 euro.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.