Afronden van kommagetallen op hele getallen

Algemeen

Leerlingen leren kommagetallen afronden op hele getallen.

Belang

Je bespreekt met de leerlingen dat het belangrijk is om dit te kunnen, omdat ze hiermee sneller kunnen rekenen.

Introductie

Op het bord staan verschillende getallen. Laat leerlingen de kommagetallen in de ene bak slepen en de hele getallen in de andere bak. Bespreek met de leerlingen welke getallen zijn makkelijker vinden.

Instructie

Je legt uit dat de leerlingen naar het cijfer achter de komma moeten kijken, het aantal tienden. Wanneer het cijfer lager is dan 5, blijft de eenheid hetzelfde. Wanneer het cijfer 5 of hoger is, komt er 1 eenheid bij. Vervolgens oefen je dit met de leerlingen. Leerlingen gebruiken hier het TE,th-schema. Benadruk dat getallen met 1 decimaal achter de komma goed in het schema gezet moeten worden en dat ze daarbij moeten kijken naar de komma.

Je kunt controleren of de leerlingen kommagetallen kunnen afronden op hele getallen door de volgende vragen te stellen:
- Wat betekent afronden?
- Naar welk cijfer moet je kijken als je een kommagetal wil afronden op een heel getal?
- Wat doe je als het cijfer na de komma 5 is?
- Wat gebeurt er met het hele getal als het cijfer 5 of hoger is?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met het afronden van de getallen met één decimaal. Daarna ronden ze een getal met twee decimalen af.

Afsluiting

Je controleert of de leerlingen kommagetallen kunnen afronden op hele getallen door een spel te spelen. Je laat steeds een kommagetal zien, waarbij de leerlingen gaan staan als ze het naar boven afronden en gaan zitten als ze het naar beneden afronden. Laat leerlingen verwoorden dat wanneer de tienden 5 of hoger zijn ze naar boven moeten afronden.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben eerst oefenen met 1 decimaal totdat ze dit beheersen, laat ze daarna pas oefenen met 2 decimalen. Leerlingen die meer uitdaging nodig hebben, kun je laten oefenen met het afronden van kommagetallen op tienden.