Afronden van bedragen op hele euro's

Algemeen

De leerlingen leren het afronden van bedragen op hele euro's.

Belang

Het is handig om bedragen te kunnen afronden zodat je kunt aangeven hoeveel iets ongeveer kost.

Introductie

Laat de leerlingen de bedragen op de aangegeven manier noteren.

Instructie

Leg uit dat wanneer je een kommabedrag afrond op hele euro's je een heel bedrag gaat maken van een kommabedrag. Dus €1,75 wordt bijvoorbeeld €2. Bij bedragen waarin achter de komma 50 cent of meer staat wordt het bedrag naar boven afgerond. Bijvoorbeeld €5,50 of meer wordt dan €6. Alles minder dan 50 cent, oftewel 49 cent en minder, wordt naar beneden afgerond. Bijvoorbeeld €5,49 en minder wordt €5. Bespreek met de leerlingen het bedrag €4,30. Laat zien dat je kijkt naar de 30. Deze is minder dan 49 en dus moet je naar beneden afronden, dus naar €4. Bespreek vervolgens de bedragen €21,93 en €32,50 nog samen en laat ze daarna de sommen zelfstandig maken. Leg uit hoe je bedragen afrond in een tabel aan de hand van het voorbeeld €32,41. Vul daarna samen met de leerlingen de tabel verder in en laat ze ten slotte een tabel zelfstandig invullen.

Controleer of de leerlingen bedragen kunnen afronden op hele euro's door de volgende vraag te stellen:
- Vanaf hoeveel cent moet ik naar beneden afronden? En naar boven?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met twee kale sommen en daarna met een tabel.

Afsluiting

Bespreek nogmaals het belang van het kunnen afronden van bedragen op hele euro's. Als afsluiting laat je een leerling een bedrag slepen op het bord, en laat je een andere leerling het bedrag afronden.

Aandachtspunten

Laat leerlingen moeite hebben met het afronden van bedragen op hele euro's een getallenlijn gebruiken om te bepalen waar het kommabedrag staat op de getallenlijn. Zo kunnen ze fysiek zien bij welk bedrag het kommabedrag dichter ligt. Benadruk de scheidingslijn.