Aflezen van en rekenen met een betalingsoverzicht

Aflezen van en rekenen met een betalingsoverzicht

Open deze lesJe kan Gynzy gratis uitproberen.
Aflezen van en rekenen met een betalingsoverzicht
Teacher
Kids

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Algemeen

Tijdens deze les leren de leerlingen om een bankafschrift te begrijpen. Begrippen als saldo, inkomsten, uitgaven, bijgeschreven en afgeschreven worden behandeld. De nadruk ligt op het optellen en aftrekken van bedragen op de bankoverzichten en vergelijken van bijschrijvingen en afschrijvingen. Bankafschriften (betalingsoverzichten) laten alleen het girale verkeer zien; dus enkel het geld dat via de bank wordt bij- of afgeschreven. Contant geld (contant betalen) is niet terug te lezen op het bankafschrift.

Belang

Om overzicht te houden over je inkomsten en uitgaven, kun je via je bank je bankafschriften inzien. Dit noemen we betalingsoverzichten of bankafschriften. Dit is handig zodat je weet hoeveel geld (saldo) je hebt, hoeveel je gespaard hebt (of nog moet sparen) en of je genoeg inkomsten hebt om je uitgaven te kunnen betalen. Vraag leerlingen wie een bankrekening heeft en waarom mensen geld bij een bank beheren. Bespreek het verschil tussen contant geld en giraal geld (geld op de bank). Laat leerlingen voorbeelden geven van inkomsten (bijschrijvingen) en uitgaven (afschrijvingen).

Introductie

In het lesvoorbeeld wordt de verjaardag van Jari besproken. Jari heeft geld gekregen voor zijn verjaardag, dit zijn inkomsten. De verjaardag heeft ook geld gekost, dit zijn uitgaven. Het voorbeeld geeft aan dat er naast verkregen geld ook kosten zijn en dat het verschil tussen inkomsten en uitgaven uiteindelijk bepaalt hoeveel geld je hebt (je saldo is). De verjaardag van Jari zal tijdens deze les vaker aan bod komen; we zullen de gegevens teruglezen in een bankafschrift en als afsluitende oefening zal hij tijdens deze les ook terugkeren. Benadruk begrippen als inkomsten, bijschrijving, uitgaven, afschrijving en saldo.

Instructie

Vraag wie wel eens een bankafschrift heeft gezien en waarom deze belangrijk is. Bespreek vervolgens hoe je je bankafschrift in kunt zien. Leg de begrippen saldo, transactie, inkomsten en uitgaven uit aan de hand van het bankafschrift. Benadruk het belang van het betalingsoverzicht en bespreek met de leerlingen dat het hier uitsluitend over geld via de bank gaat. Contant geld en contant betalen kun je niet terug lezen op een bankafschrift. Bespreek ook het begrip pinnen en vraag wie zelf mogelijk weleens geld gepind heeft. Vraag leerlingen wie wel eens bij de bank geld heeft gestort. Waarom doen mensen dat? Controleer aan de hand van de betalingsoverzichten of de leerlingen hebben begrepen hoe je het saldo, de inkomsten en uitgaven kunt aflezen. Het betalingsoverzicht van Jari wordt ook besproken; we zien nu wat er af is geschreven na zijn verjaardag en wat zijn bijschrijving is geweest; hij heeft het geld van zijn verjaardag gestort op zijn rekening. Laat de leerlingen het saldo berekenen ná zijn verjaardag. Leg uit dat je kunt bepalen wat het nieuwe saldo is door de afschrijving van het saldo af te trekken en de bijschrijving bij dit bedrag op te tellen. Laat de leerlingen vervolgens uitrekenen wat het saldo is door de inkomsten en uitgaven met elkaar te verrekenen en daarbij te bepalen wat het verschil is.

Controleer of de leerlingen met handige weten wat je kunt aflezen op een bankafschrift, door de volgende vragen te stellen:
Wat betekent het saldo?
Wat zijn inkomsten/uitgaven?
Hoe weet ik of ik een uitgave kan doen?

Inoefening

De leerlingen bepalen wat volgens de bankafschriften deze maand het meeste geld heeft gekost en wat de bijschrijving was. Vervolgens bepalen ze of er juist meer bij- of afgeschreven is door de bedragen op te tellen en het verschil te bepalen.

Afsluiting

Bespreek nogmaals met de leerlingen het belang van dit leerdoel. Overzicht houden over je saldo is belangrijk omdat je dan weet hoeveel geld je hebt en of het verantwoord is om geld uit te geven. Controleer enkele begrippen; Wat betekent saldo? Noem eens voorbeelden van inkomsten en uitgaven. Als afsluitend vraagstuk wordt de vraag gesteld of Jari een gitaar kan kopen. Het antwoord is 'nee'. Hij komt net tekort als hij € 750,- op zijn rekening wil blijven houden. Laat leerlingen in tweetallen het antwoord bedenken. Leerlingen die denken dat Jari de gitaar wel kan kopen, blijven op de stoel zitten, leerlingen die denken dat het niet kan, gaan staan.

Aandachtspunten

Vaardigheden als optellen en aftrekken met kommagetallen vergen mogelijk nog enige moeite bij leerlingen. Oefen dit samen met deze leerlingen door de bedragen onder elkaar te noteren. Maak eventueel gebruik van oefengeld waar mogelijk.

Instructiemateriaal

Mogelijk een kopie van een (nep) bankafschrift. Eventueel oefengeld voor leerlingen die moeite hebben met geld optellen, aftrekken.

Over Gynzy

Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!