Aflezen van een meervoudige tabel

Algemeen

Leerlingen leren informatie aflezen uit een tabel met meerdere rijen en kolommen.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het handig is om een tabel te kunnen aflezen, zodat je snel allerlei informatie kunt opzoeken. Zo kun je bijvoorbeeld in een tabel aflezen in welke groep de meeste jongens en meisjes zitten.

Introductie

Laat een tabel zien en stel de vragen die bij de tabel horen. Vraag de leerlingen hoe zij tot hun antwoord zijn gekomen.

Instructie

Leg uit dat in een tabel bestaat uit kolommen, rijen en cellen en laat zien wat deze onderdelen zijn in een tabel. Om een tabel te kunnen aflezen, kijk je naar de verschillende kolommen, rijen en cellen. Bespreek aan de hand van het voorbeeld welke informatie je kunt vinden in de kolommen en rijen. In het voorbeeld staat er een kolom met kledingstukken en kolommen met maanden. De rijen laten zien hoeveel van elk kledingstuk verkocht is. Als je van een bepaalde maand wilt weten hoeveel broeken er zijn verkocht, zoek je die maand op in de tabel. Vervolgens kijk je in de cel die hoort bij de rij van het kledingstuk. In het voorbeeld zijn in de maand juli 150 broeken verkocht. Bespreek klassikaal hoe je in de tabel kunt aflezen hoeveel mensen stokbrood halen op woensdag. Vervolgens oefenen de leerlingen met een aantal tabellen. Ze oefenen ook met een tabel waar ze twee winkels moeten vinden die evenveel verkopen van hetzelfde soort fruit. Daarna moeten de leerlingen aangeven of de stelling waar of niet waar is. Daarbij vergelijken ze de getallen in de twee tabellen. Laat vervolgens de leerlingen de vragen beantwoorden met behulp van de tabel. Bedenk ook zelf nog een aantal vragen. Geef aan dat je soms meerdere tabellen moet aflezen om tot een antwoord te komen. Bespreek het voorbeeld op het digibord. Zoek eerst in de ene tabel naar de juiste informatie. Vervolgens koppel je deze informatie aan de tweede tabel. Tot slot oefenen leerlingen met het aflezen van twee tabellen.

Controleer of de leerlingen een meervoudige tabel kunnen aflezen met de volgende vraag:
- Hoe moet je een tabel aflezen?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met het aflezen van een meervoudige tabel. Daarna oefenen ze met het aflezen van twee tabellen om tot een antwoord te komen.

Afsluiting

Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het handig is als je tabellen kunt aflezen. Als afsluiting laat je de uitspraken op het digibord zien. Vraag aan de leerlingen of het kind op het digibord gelijk heeft. Indien dit niet het geval is, laat de leerlingen uitleggen wat het juiste antwoord moet zijn.

Aandachtspunten

Wanneer leerlingen moeite hebben met het aflezen van tabellen, kun je hen laten oefenen met het aflezen van een eenvoudige tabel. Wijs de verschillende rijen aan en vraag welke informatie in die rij te vinden is. Vraag vervolgens wat de verschillende getallen in de rij betekenen.