8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Leerlingen leren informatie aflezen uit een lijngrafiek.
Bespreek met de leerlingen dat het handig is om een lijngrafiek te kunnen aflezen, zodat je snel allerlei informatie kunt opzoeken. Zo kun je bijvoorbeeld in een lijngrafiek aflezen in welke week de minste ijsjes zijn verkocht.
Leerlingen oefenen met het aflezen van een staafgrafiek. Werp de dobbelsteen en laat de leerlingen de vraag beantwoorden die hoort bij het gegooide aantal ogen.
Leg uit dat een lijngrafiek bestaat uit punten die zijn verbonden door een lijn, een titel en informatie op de horizontale en verticale as. Om een lijngrafiek te kunnen aflezen, kijk je naar de verschillende onderdelen. In het voorbeeld staat op de horizontale as de verschillende jaren en op de verticale as het aantal pannenkoekenrestaurants. Als je van een bepaald jaar, zoals van 2015, wilt weten hoeveel pannenkoekenrestaurants er waren, dan zoek je eerst het juiste jaartal op. Daarna trek je een rechte lijn naar de zijkant om te zien welke hoeveelheid hoort bij dit punt. Wijs aan dat de punt van 2015 overeenkomt met 50 restaurants. Vervolgens geef je aan dat sommige punten precies tussen twee waardes in staat, zoals bij maandag. De punt staat tussen de 100 en 200, precies in het midden. De waarde die hierbij hoort is dus 150. Bepaal samen wat de waarde van de oranje punten is. Bespreek klassikaal de lijngrafiek over het aantal millimeter regen en laat de leerlingen bepalen wat de getallen zeggen. Laat de leerlingen vervolgens in groepjes oefenen met het aflezen van een lijngrafiek. Benadruk dat de leerlingen nu moeten kijken welk punt het laagst is. Daarna bespreken de leerlingen in tweetallen de verschillende vragen die horen bij de lijngrafiek over het aantal verkochte games. Wijs de leerlingen erop dat sommige punten niet precies in het midden tussen twee waardes ligt. In dat geval moet je schatten welk aantal erbij hoort door te kijken waar het punt dichter bij ligt. Oefen vervolgens met de stellingen die bij een lijngrafiek staan. Daarna geef je aan dat een lijngrafiek ook kromme lijnen kan hebben. Zo'n lijngrafiek lees je op dezelfde manier af als een lijngrafiek met rechte lijnen. Laat de leerlingen hiermee oefenen.
Controleer of de leerlingen een lijngrafiek kunnen aflezen met de volgende vragen:
- Hoe moet je een lijngrafiek aflezen?
- Waar kun je informatie vinden bij een lijngrafiek? (de titel en informatie op de horizontale as en de verticale as)
De leerlingen oefenen met het aflezen van een lijngrafiek. Eerst bepalen ze welke week hoort bij een bepaald aantal. Daarna geven ze aan welk aantal hoort bij een specifiek punt. Tot slot bepalen ze of de uitspraken waar of niet waar zijn.
Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het handig is als je lijngrafieken kunt aflezen. Als afsluiting laat je de uitspraken op het digibord zien. Vraag aan de leerlingen of de uitspraak waar of niet waar is. Indien dit niet waar is, laat de leerlingen uitleggen wat het juiste antwoord moet zijn.
Wanneer leerlingen moeite hebben met het aflezen van lijngrafieken, kun je hen stap voor stap helpen met het aflezen van een lijngrafiek. Wijs de horizontale en verticale as aan en vraag welke informatie op de assen te vinden is. Geef een situatie waarbij het handig is om lijngrafieken te gebruiken, zoals de temperatuur. Geef bijvoorbeeld aan wat de gemiddelde temperatuur in de verschillende maanden is en verbind deze punten met elkaar door een lijn te tekenen.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.