Aanvullen van hele bedragen tot 20 euro

Algemeen

De leerlingen leren hele bedragen aan te vullen tot 20 euro.

Belang

Het is handig om een bedrag aan te kunnen vullen tot 20 euro, bijvoorbeeld wanneer je in de winkel iets moet betalen.

Introductie

Laat de leerlingen en geld tellen om te bepalen hoeveel geld er ligt en daarna bepalen in welk vak 20 euro ligt. Druk op het vak om het antwoord te controleren.

Instructie

Leg uit dat om getallen aan te vullen tot 20, je de stappen telt. Dus om van 16 tot 20 te komen maak je 4 stappen, dus heb je 4 nodig om 20 te krijgen. Laat vervolgens de leerlingen het getal 13 aanvullen tot 20. Leg daarna uit dat wanneer je een bedrag aan wilt vullen tot 20 euro je eerst telt hoeveel geld je hebt: in dit geval 14 euro. Daarna reken je uit hoeveel je nodig hebt om tot 20 te komen (6) en kijk je welke munten en biljetten je daarvoor nodig hebt (briefje van 5 en 1 euromunt). Je kunt de leerlingen bakjes met munten geven, zodat ze ook zelf de bedragen op hun tafel kunnen leggen. Bespreek daarna samen met de leerlingen hoeveel geld er ligt en hoeveel geld er nodig is om het bedrag aan te vullen tot 20 euro. Laat ze vervolgens het bedrag dat nodig is aanvullen door de juiste munten te slepen.

Controleer of de leerlingen bedragen tot 20 euro kunnen aanvullen door de volgende vraag te stellen:"
- Hoeveel euro heb ik nodig om van 11 euro, 20 euro te maken?

Inoefening

De leerlingen oefenen met het aanvullen van bedragen tot 20 euro.

Afsluiting

Bespreek nogmaals het belang van het kunnen aanvullen van bedragen tot 20 euro. Laat een leerling als afsluiting een bedrag onder 20 euro naar het midden slepen en laat een andere leerling het bedrag aanvullen tot 20 euro.