Wandkaarten Spelling
Voor vrijwel alle leerdoelen uit de leerlijn spelling van de groepen 4 t/m 8 is een wandkaart gemaakt. Alle kaarten bevatten een voorbeeldwoord met bijbehorende illustratie, de regel van die categorie en een icoon dat de categoriesoort aangeeft. Er zijn wandkaarten met de categoriesoort Luisterwoorden, Nadenkwoorden, Weetwoorden en Werkwoorden. Deze soort is bepalend voor de strategie die de leerling kan gebruiken om tot de goede spelling te komen. De werelden van Gynzy komen overeen met deze categoriesoorten.
De leerling kan, terwijl hij met spelling (of iets anders) bezig is, in de klas worden herinnerd aan de spellingscategorie met behulp van de wandkaarten. De elementen uit de wandkaarten komen bovendien op verschillende manieren terug in de opgaven. Zo zijn er nu veel opgaven waarin de leerling wordt gevraagd de categorie die van toepassing is aan te geven.
Ook kan de leerling in alle opgaven van een doel (behalve tijdens een toets) een “hint” raadplegen door op het lampje linksboven te klikken. Deze hint bevat hetzelfde voorbeeldwoord als op de wandkaart met daarbij de regel en eventueel een uitgebreidere toelichting. Hiermee is de hint een soort herkenbaar naslagwerk/geheugensteun zonder dat het antwoord wordt weggegeven.
Luisterwoorden
Onder de luisterwoorden vallen de woorden die via de luisterstrategie te spellen zijn. Op de kaarten is deze wereld aangegeven met het icoontje van een oortje.
Voorbeeld van een opgave waarbij de leerling de juiste categorie moet kiezen bij een gesproken woord.
Voorbeeld van een hint bij de categorie ~eeuw.
Weetwoorden
Herkenbaar aan de diskette
Onder de weetwoorden vallen de woorden die via de onthoudstrategie te spellen zijn. Binnen Gynzy is er veel aandacht voor visuele inprenting die nodig is voor de weetwoorden. Leerlingen zullen de woorden uit deze categorie goed leren spellen door veel herhaling.
Doordat gekozen is voor een kleinere set woorden, komen de woorden in deze categorie vaker terug in de opgaven. Daarnaast wordt door de regel, die ook op de wandkaart te vinden is, de focus gelegd op het onthouden van de schrijfwijze van de woorden.
Nadenkwoorden
Herkenbaar aan de hersenen met daarnaast de regel van die categorie.
Onder de nadenkwoorden vallen de woorden die via de regelstrategie te spellen zijn. Op de kaarten is deze wereld aangegeven met het icoontje van het hoofdje.
Nadenkwoorden is misschien wel de lastigste wereld van spelling. Bij alle woorden uit deze wereld moet worden nagedacht over de regels die horen bij de categorie. Vaak zijn dit stappen die gevolgd moeten worden of moet er worden nagegaan of er aan een voorwaarde wordt voldaan. De regel is dan ook erg belangrijk bij de nadenkwoorden en die staat daarom onderaan op de wandkaart.
Open & gesloten klankgroepen
Bij de open en gesloten klankgroepen/lettergrepen is gekozen om de regel uit te drukken in icoontjes. Hierbij is een stappenplan ontwikkeld dat gebruikt kan worden tijdens de instructie (in je eigen bewoordingen of die van je lesmethode). De leerling kan op de wandkaarten aan de icoontjes worden herinnerd aan de handeling die hij moet volgen.
1. Bepaal wat de laatste klank van de eerste klankgroep is;
2. Bepaal wat voor soort klank deze laatste klank is;
3. Kies de juiste handeling:
Is het een medeklinker of tweetekenklank: schrijf wat je hoort;
Is het een lange klank: schrijf één klinker;
Is het een korte klank: schrijf daarna twee medeklinkers.
Deze regel geldt overigens alleen wanneer de klemtoon op de klank valt, anders schrijf je één klinker en één medeklinker. De klemtoon wordt aangegeven door middel van een streepje onder de letter waar hij op valt:
Werkwoorden
Onder de werkwoorden vallen de woorden die via de regels van de vervoegingen van werkwoorden te spellen zijn. Op de kaarten is deze wereld aangegeven met het icoontje van het gespierde armpje.
Wanneer de ‘normale’ spellingsregels worden beheerst, wordt het tijd voor werkwoordspelling.
De werkwoordspelling wordt door veel mensen lastig gevonden. De moeilijkheid zit hem vooral in de keuze tussen d’s en t’s. Leerlingen leren deze werkwoorden vaak aan met een ‘algoritme’. Dit algoritme kun je weergeven in een stroomschema waarbij de leerling de stappen doorloopt die hij voor de juiste spelling van het werkwoord nodig heeft. Door middel van de kleuren groen en oranje en de klok-icoontjes worden de tijden in het stroomschema en ook in de verdere schema’s aangeduid. Naast het overkoepelende stroomschema is er namelijk per micro-doel een werkwoordentabel gemaakt met specifieke voorbeelden. Deze is ook terug te vinden in de hint bij de opgaven.
Tip 1
Print het volledige werkwoordschema op A3, zodat het in de klas goed te lezen is.
Tip 2
Naast dat je de wandkaarten op kan hangen, zou je ze ook (in klein formaat) aan je leerlingen kunnen uitdelen. Op die manier kunnen leerlingen deze overzichten makkelijk raadplegen bij spelling of andere vakken. Een voorbeeld van zo’n kleine leerling-uitgave hebben we toegevoegd op de laatste pagina van de wandkaarten. Als je deze twee keer vouwt, hou je een A6-formaat miniboekje over. Wanneer je het volledige stroomschema aan de achterkant print, hebben ze alles bij elkaar!