Tijdsverschil bepalen tussen analoge en digitale klokken met uren, minuten en seconden

Algemeen

De leerlingen leren om het tijdsverschil te bepalen tussen alle klokken met uren, minuten en seconden.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is dat je het tijdsverschil tussen alle klokken met uren, minuten en seconden kunt bepalen, omdat je zo kunt bepalen hoeveel tijd er is verstreken tussen de twee tijden op de analoge klokken. Dit is handig als je bijvoorbeeld wilt bepalen wat de tijdsduur van een baan zwemmen is.

Introductie

Laat de leerlingen met een eigen klok met een tijd door de klas lopen. Zodra jij stopt zegt (of een muziekje stopt) moeten de leerlingen het tijdsverschil bepalen tussen hun eigen klok en die van de dichtstbijzijnde klasgenoot.

Instructie

Tijdens deze les kun je de leerlingen allemaal een analoge oefenklok geven, zodat ze direct de tijd op hun klok mee kunnen zetten en kunnen verzetten om het tijdsverschil te bepalen. Bespreek het belang van het bepalen van het tijdsverschil tussen alle klokken met uren, minuten en seconden. Herhaal kort dat een uur uit 60 minuten bestaat en een minuut uit 60 seconden bestaat. Benadruk dat je bij het bepalen van de tijd niet moet vergeten om er 1 uur of minuut bij te tellen of eraf te halen als je er 60 van hebt. Leg uit hoe je het tijdsverschil tussen analoge klokken kunt bepalen. Je kunt beginnen met eerst de seconden verder te tellen, vervolgens tel je de minuten door en dan de uren. Maak samen met de leerlingen de volgende som. Met de sommen daarop controleer je of de leerlingen het tijdsverschil kunnen bepalen. Laat bij de digitale klok opnieuw zien dat je eerst de seconden, dan de minuten en als laatste de uren doortelt. Oefen de volgende som samen en laat daarna de leerlingen de twee sommen zelf maken.

Controleer of de leerlingen het tijdsverschil tussen alle klokken met uren, minuten en seconden, door de volgende vraag te stellen:
- Hoe bepaal je het tijdsverschil met uren, minuten en seconden tussen twee klokken?

Inoefening

Eerst moeten de leerlingen bepalen hoelang ze moeten wachten tot het 7 uur is. Vervolgens maken ze een opgave waarbij ze het verschil tussen de twee klassen moeten bepalen. In de derde opgave bepalen ze het tijdsverschil aan de hand van een som in een tabel.

Afsluiting

Bespreek nogmaals met de leerlingen dat het belangrijk is om het tijdsverschil tussen alle klokken met uren, minuten en seconden, omdat je zo kunt bepalen hoeveel tijd er is verstreken. Als afsluiting kunnen de leerlingen in tweetallen de sommen maken.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met het bepalen van het tijdsverschil tussen alle klokken met uren, minuten en seconden eerst oefenen met het bepalen van het tijdsverschil op een analoge klok zonder seconden.

Instructiemateriaal

analoge oefenklokken