Stellende, vergrotende of overtreffende trap

Stellende, vergrotende of overtreffende trap

Open deze lesJe kunt Gynzy gratis uitproberen.
Stellende, vergrotende of overtreffende trap
Teacher
Kids

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Algemeen

Leerlingen leren de stellende, vergrotende en overtreffende trap van de trappen van vergelijking (groot - groter - grootst) juist te spellen.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is om woorden zoals 'groot' - 'groter' - 'grootst' op de juiste wijze te kunnen spellen. Bijvoorbeeld als je je klas omschrijft.

Introductie

Je controleert of de leerlingen de begrippen stellende trap, vergrotende trap en overtreffende trap herkennen. Je klikt op de luidspreker, je vraagt aan de leerlingen of het woord past bij de stellende, vergrotende of overtreffende trap. Je sleept de luidspreker naar de juiste doos.

Instructie

De leerlingen luisteren naar de woorden. Je hoort 'groot' - 'groter' - 'grootst'. Vervolgens vraag je welke veranderingen je ziet in het woord. Bij het woord 'groter' is er een ~o~ verdwenen (klinkerverenkeling) en staat ~er achter het woord. Bij het woord 'grootst' staat ~st achter het woord.
Vervolgens leg je de regels uit die bij de categorie horen:
- Woorden in de vergrotende trap schrijf je met ~er.
- Woorden in de overtreffende trap schrijf je met ~st.
Vervolgens bespreek je de aandachtspunten bij de regels. Bij de vergrotende trap dienen de leerlingen rekening te houden met de medeklinkerverdubbeling (dun - dunner) of de klinkerverenkeling (laag - lager). Als een woord op ~r eindigt, komt er in de vergrotende trap ook een ~d bij. Er komt dus ~der in plaats van ~er achter het woord (zuur - zuurder). Als een woord op ~s eindigt, komt er in de overtreffende trap enkel een ~t achter het woord (grijs - grijst). Daarna passen de leerlingen de regel toe door stap voor stap het woord te spellen. Eerst doe je dit voor bij het woord 'hoger'. Je benadrukt dat je een lange klank hoort en één medeklinker schrijft. Daarna doe je de regel voor met het woord 'aardigst'. Vervolgens controleer je of de leerlingen de stappen zelf kunnen uitvoeren bij de woorden 'zwaarder' en 'gekker'. Bij het woord 'zwaar' laat je zien dat het woord op een ~r eindigt, er komt dus een ~der bij. Bij het woord 'gekker' benadruk je de korte klank en de dubbele medeklinker. Vervolgens schrijven de leerlingen het woord in de gevraagde vorm op. Je werpt eerst de dobbelsteen, de dobbelsteen geeft aan welk woord de leerlingen moeten schrijven. Door op de blauwe stip te drukken bepaal je of de leerlingen de vergrotende of overtreffende trap van het woord op moeten schrijven. Voorbeeld: je drukt op werpen. Je ziet het woord 'duur'. Vervolgens druk je op de blauwe stip. De wijzer wijst naar 'overtreffende trap'. De leerlingen schrijven de overtreffende trap van het woord 'duur' op; 'duurst'.

Inoefening

Eerst geven de leerlingen aan wat je hoort als je er een overtreffende trap van maakt. Vervolgens schrijven de leerlingen het woord over. Daarna moeten de leerlingen het woord opschrijven.

Afsluiting

Je controleert of de leerlingen de spellingsregel goed begrijpen. Ten slotte geef je het dictee. Door het dictee op het bord te tonen, wordt de verandering in het woord zichtbaar.

Dictee van de categorie:
1. De temperatuur op aarde loopt steeds sneller op. Schrijf op: sneller
2. De bodem wordt steeds droger. Schrijf op: droger
3. We raken verder in de problemen. Schrijf op: verder
4. Wie zorgt het best voor de aarde? Schrijf op: best

Aandachtspunten

- De kans bestaat dat de leerlingen vergeten de verenkeling van de klinker of verdubbeling van de medeklinker op te schrijven. Hang de wandkaarten van boten en botten op in de klas en verwijs naar deze kaarten wanneer de leerlingen de woorden opschrijven.
- Soms verandert de ~s~ in ~z~ (grijs - grijzer) of de ~f~ in ~v~ (lief - liever). Als leerlingen moeite hebben met deze verandering, kun je instructieles over deze categorieën geven ter herhaling, of verwijs je naar de wandkaarten 'buis' - 'buizen' en 'graaf' - 'graven'.
- Je schrijft ~er achter het woord in de vergrotende trap, dit klikt soms als /ur/. Als leerlingen moeite hebben met deze verandering, kun je de instructieles over deze categorie geven ter herhaling, of verwijs je naar de wandkaart 'anker'.
- Soms is /st/ achter het woord lastig te horen. Spreek de woorden langzaam uit en benadruk de laatste klank in het woord.

Over Gynzy

De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!