Schatten van inhoud

Algemeen

Leerlingen leren de inhoud schatten van bekende voorwerpen.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het handig is om de inhoud te kunnen schatten, zodat je weet hoeveel er ongeveer in een voorwerp zit. Geef als voorbeeld dat je kunt bepalen of de volle pan soep in een soepkom past.

Introductie

Je laat een aantal voorwerpen op het digibord zien. De leerlingen moeten gaan staan als ze denken dat dit voorwerp in het echt één centiliter is. Als ze denken dat het één deciliter is, gaan ze zitten. Denken ze dat het één milliliter is, dan steken ze hun armen in de lucht.

Instructie

Leg uit dat er verschillende inhoudsmaten zijn en geef per inhoudsmaat een voorbeeld wat de leerlingen als voorbeeld kunnen gebruiken. Als je de inhoud van een voorwerp wilt schatten, kun je het voorwerp vergelijken met de voorbeelden die zijn gegeven. Eerst moet je weten welke inhoudsmaat erbij hoort. Dus het voorbeeld dat het meest in de buurt komt van het voorwerp in het echt is de bijpassende inhoudsmaat. Vervolgens moet je nagaan hoe vaak het voorbeeld ongeveer in het voorwerp past. Laat twee voorbeelden zien, waarbij een inhoudsmaat geschat wordt aan de hand van een pak melk en een volle lepel. Oefen samen een aantal voorbeelden, waarbij antwoordmogelijkheden zijn gegeven.
Vervolgens deel je een aantal voorwerpen uit, zoals bekers, lepels, mokken, emmers en flessen, en moeten de leerlingen in groepjes zelf de inhoud schatten. Daarbij moeten ze eerst nagaan welke inhoudsmaat erbij hoort. Vervolgens kunnen ze schatten welke inhoud bij het voorwerp hoort. Controleer met een maatbeker en water of de schattingen in de buurt zaten van het gegeven antwoord. Daarna laat je een aantal afbeeldingen op het digibord zien. De leerlingen moeten schatten wat de inhoud ongeveer is. Ze mogen wat afwijken van het antwoord dat staat gegeven.

Om te controleren of de leerlingen de inhoud kunnen schatten, kun je de volgende vraag stellen:
- Hoe kun je de inhoud van een voorwerp schatten?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met het schatten van de inhoud een voorwerp met antwoordmogelijkheden. Vervolgens moeten de leerlingen de afbeeldingen naar het juiste vak slepen. Tot slot moeten ze de inhoud schatten zonder antwoordmogelijkheden.

Afsluiting

Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het handig is om de inhoud te kunnen schatten, zodat je weet hoeveel er ongeveer in een voorwerp past. Laat vervolgens een aantal voorwerpen zien en vraag de leerlingen naar welke inhoudsmaat de voorwerpen gesleept moeten worden.

Aandachtspunten

Wanneer leerlingen moeite hebben met het schatten van de inhoud, kun je de voorbeelden herhalen die horen bij de verschillende inhoudsmaten. Laat leerlingen hiermee oefenen met echte materialen.

Instructiemateriaal

Voorwerpen met verschillende inhoudsmaten, zoals een pan, een emmer, een soepkom, een lepel.