Omzetten van breuken en kommagetallen

Algemeen

De leerlingen leren het omzetten van breuken en kommagetallen.

Belang

Het is handig om breuken en kommagetallen te kunnen omzetten. Je weet dan welke breuken en kommagetallen hetzelfde betekenen.

Introductie

Laat de leerlingen de breuken omzetten naar kommagetallen.

Instructie

Leg uit dat wanneer je breuken gaat omzetten naar kommagetallen het handig is om te weten welke percentages er bij de breuken horen. Zo kun je de breuken makkelijk omzetten naar kommagetallen. Laat de leerlingen goed kijken naar welke kommagetallen bij de breuken passen, want hierna moeten ze de kommagetallen naar de juiste breuk slepen. Leg vervolgens uit dat wanneer je wilt weten welk kommagetal er bij 3//9 hoort, je eerst kijkt naar welk kommagetal er bij 1//9 hoort. Wanneer je 1 : 9 komt er 0,111 uit, wat hetzelfde is als 1//9. Bereken dan 3//9 door 0,111 met 3 te vermenigvuldigen. Bespreek de som met 4//20 samen en laat de leerlingen de volgende sommen zelfstandig maken. Leg hierna uit dat om te bepalen welke breuk er past bij 0,4 je gaat kijken welke kommagetal vermenigvuldigt kan worden tot 0,4. Wanneer je 0,05 vermenigvuldigt met 8 wordt dit 0,4, dus is 0,4 hetzelfde als 8//20. Bespreek de som met 0,556 samen en laat de leerlingen de volgende sommen zelfstandig maken. Bespreek samen hoe je 6//25 omzet naar een kommagetal door de stappen te volgen. Leg ten slotte uit dat om een kommagetal zoals 0,65 om te zetten naar een breuk je er eerst 65//100 van maakt. Vervolgens vereenvoudig je deze zo ver mogelijk. Bespreek de som met 0,48 samen en laat de leerlingen de volgende sommen zelfstandig maken. Laat de leerlingen oefenen met het omzetten van kommagetallen naar gemengde breuken. Je kunt breuken ook omzetten naar kommagetallen zonder visuele ondersteuning. Laat zien hoe je de gemengde breuk 2 3//4 omzet naar een kommagetal. Vervolgens laat je zien hoe je het kommagetal 5,6 omzet naar een breuk. De leerlingen oefenen vervolgens met het omzetten van kommagetallen en breuken.

Controleer of de leerlingen breuken en kommagetallen kunnen omzetten door de volgende vraag te stellen:
- Welke stappen zet je om uit te rekenen welke breuk er bij 0,556 liter hoort?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met het omzetten van een breuk naar een kommagetal met behulp van een cirkeldiagram, vervolgens zetten ze een breuk om naar een kommagetal zonder cirkeldiagram of strook en ten slotte zetten ze een kommagetal om naar een breuk.

Afsluiting

Bespreek nogmaals het belang van het kunnen omzetten van breuken en kommagetallen. Laat als afsluiting de leerlingen in tweetallen oefenen met het omzetten van gemengde breuken naar kommagetallen. Beide leerlingen bedenken drie kommagetallen. Ze kunnen kiezen uit de genoemde breuken. De ander moet aangeven welke kommagetallen horen bij de gemengde breuken.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met het omzetten van breuken en kommagetallen eerst goed oefenen met het omzetten van eenvoudige breuken en kommagetallen.