8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
De leerlingen leren om eeuwen, jaren, maanden, weken, dagen en uren om te rekenen.
Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is dat je eeuwen, jaren, maanden, weken, dagen en uren kunt omrekenen, omdat je het dan naar een logische tijdseenheid kunt omzetten.
De leerlingen leggen het verband tussen de verschillende tijden. Herhaal kort waarom bij maanden en jaren naar dagen het aantal ongeveer is.
Bespreek het belang van het omrekenen van eeuwen, jaren, maanden, weken, dagen en uren. Leg uit dat je bij het omrekenen van tijden per stap gaat vermenigvuldigen of delen. Laat het voorbeeld zien met het omrekenen met 1 stap. Dit is de stap van maanden naar weken en andersom. Daarna volgt nog een voorbeeld van maand naar dagen. Laat bij het omrekenen met jaren zien, dat je een aantal stappen in 1 keer kan nemen. Benadruk dat als je van jaren naar dagen wil omrekenen je niet eerst jaren gaat omrekenen naar maanden dan naar weken en dan naar dagen. Dit komt omdat je getallen zijn afgerond. In een aantal gevallen is het wel mogelijk om in meerdere stappen om te rekenen. Een voorbeeld hiervan is van eeuwen naar maanden. Hierbij maak je eerst de stap van eeuwen naar jaren. Je vermenigvuldigt eerst met 100. Vervolgens vermenigvuldig je dit getal nog een keer met 12. Benadruk nogmaals dat je bij het omrekenen van de tijden dus eerst kijkt of je het in 1 (grote) stap kunt omrekenen. Als dit niet kan gebruik je meerdere stappen. Laat dit zien in het voorbeeld van eeuwen naar weken. Reken samen met de leerlingen de 2 sommen uit. Controleer met de daarop volgende sommen of de leerlingen de tijden kunnen omrekenen.
Controleer of de leerlingen de eeuwen, jaren, maanden, weken, dagen en uren kunnen omrekenen, door de volgende vraag te stellen:
- Welke stappen gebruik je om eeuwen naar maanden om te rekenen?
Eerst maken de leerlingen een opgave waarbij ze de eeuwen omrekenen naar jaren. In de tweede opgave rekenen ze de weken om naar uren. De derde oefening is een verhaalsom van maanden naar jaren en maanden.
Bespreek nogmaals het belang van het kunnen omrekenen van eeuwen, jaren, maanden, weken, dagen en uren. Als afsluiting kun je de leerlingen in tweetallen of in groepjes laten omrekenen wie van de mensen het eerste gaat verhuizen en wie het laatste gaat verhuizen.
Laat leerlingen die moeite hebben met het omrekenen van eeuwen, jaren, maanden, weken, dagen en uren eerst oefenen het verband leggen tussen deze tijden. Vraag uit hoeveel dagen 1 jaar bestaat. Vervolgens vraag je welke som je gaat maken als je wilt weten uit hoeveel dagen 2 jaar bestaat. Je maakt dan de som 2 × ongeveer 365. Op deze manier kunnen ook de andere tijden aanbod komen.
De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.